Examples of using "Coisa" in a sentence and their dutch translations:
Schrijf iets.
- Zeg iets!
- Zeg iets.
Er is iets gebeurd.
Wil je iets?
Ik zie iets.
Ik eet alles.
Er is iets gebeurd.
Doe iets!
Zei je iets?
Is er iets veranderd?
Is er iets gebeurd?
- Anders nog iets?
- Nog iets anders?
Wat verschrikkelijk!
Drink iets.
- Vraag me alles!
- Vraag me maar iets!
- Vraag me iets!
- Tom heeft iets gegeten.
- Tom at iets.
Iets ontgaat me.
Bent je op zoek naar iets?
- Ziet ge iets?
- Ziet u iets?
- Zien jullie iets?
Weet je iets?
- Mag ik u een vraag stellen?
- Mag ik jullie iets vragen?
- Mag ik u iets vragen?
We vergeten iets.
Om... -Je doet één ding...
- Dat is iets anders.
- Dat is een ander probleem.
Ik wil iets zoets.
Heeft iemand iets gehoord?
- Weet je iets?
- Heb je enig idee?
Ik kan alles eten.
Wilde je iets?
- Wil je iets eten?
- Wilt u iets om te eten?
Er brandt iets.
Hoorde je iets?
- Laten we iets proberen!
- Laat ons iets proberen.
- Is het iets ernstigs?
- Is er iets belangrijks?
- Wil je iets?
- Wilt u iets?
- Willen jullie iets?
Niets aan de hand.
Je hebt iets gevonden.
Is er iets dat je wilt vragen?
Het kan van alles zijn.
- Laten we iets proberen!
- Laat ons iets proberen.
Zou je iets willen zeggen?
Wij hebben iets anders gemeen.
Wilt u iets om te eten?
Weet u ergens van?
Mag ik u een vraag stellen?
Wilt u iets om te eten?
- Wilt u iets drinken?
- Willen jullie iets drinken?
Ben je voor iets allergisch?
Weet u ergens van?
Het is dus onmogelijk om iets te achterhalen.
- Dat zegt me iets.
- Dat doet bij mij een belletje rinkelen.
Wil je iets om te drinken?
Het internet is een serieuze aangelegenheid.
Ik ben over iets anders aan het nadenken.
Ik wil iets lekkers eten.
Wilt u iets om te eten?
Ik heb iets gevonden.
- Hebben jullie iets nodig?
- Heb je iets nodig?
- Heeft u iets nodig?
Zeg alsjeblieft iets.
Tom is iets aan het schrijven.
Er is hier iets gaande.
- Ben je ergens op aan het wachten?
- Wacht je ergens op?
Doe ik het juiste?
Iedereen zegt hetzelfde.
Ik wil je iets geven.
Het is onbeleefd om zoiets te zeggen!
- Wilt u iets drinken?
- Willen jullie iets drinken?
- Wil je iets drinken?
Noch het ene, noch het andere.
Ik zou er iets van gezegd hebben.
Kan ik iets warms drinken?
Zei Tom iets?
Hebben jullie nog iets nodig?
Hebben jullie iets nodig?
Kan ik je iets laten zien?
Oh, weet je wat?
Heb je vandaag iets gegeten?
Weet hij iets?
Intussen is er veel gebeurd.
Tom heeft iets gegeten.