Translation of "Fáceis" in Dutch

0.003 sec.

Examples of using "Fáceis" in a sentence and their dutch translations:

Do que com vitórias e coisas fáceis.

...dan van overwinningen en makkelijke dingen. POLITIE

Sabem que há alvos fáceis após o anoitecer.

Ze weten dat ze makkelijk eten kunnen scoren in het donker.

As crias de urso-marinho inexperientes são alvos fáceis.

Onervaren pelsrobben zijn makkelijke doelwitten.

Mas, desorientados e separados do cardume, são alvos fáceis.

Maar gedesoriënteerd en gescheiden van de school... ...zijn ze een makkelijke prooi.

Não há caminhos fáceis nesta aventura, por isso preciso da sua ajuda.

Er is geen eenvoudige route. Daarom heb ik jouw hulp nodig.

Todos os moluscos que captura são fáceis de apanhar, mas têm conchas incrivelmente duras.

Alle weekdieren die ze vangt zijn makkelijk te vangen... ...maar ze hebben harde schelpen.

Fáceis de apanhar em selvas urbanas como Mumbai onde já viu leopardos à caça em pessoa.

...eenvoudige prooien in stadsjungles als Mumbai... ...waar hij met eigen ogen luipaarden heeft zien rondsluipen.