Examples of using "Coisas" in a sentence and their dutch translations:
Dingen gebeuren.
Blijf van mijn spullen af!
Ik wil mijn spullen.
De dingen veranderen.
Er zijn dingen gebeurd.
- Tom repareert dingen.
- Tom maakt dingen in orde.
- Tom lost dingen op.
Tom ziet dingen.
Het werd nog erger.
We hebben die drie dingen nodig.
Kan je die eten?
Je verliest namelijk van alles.
We verzamelden dingen van de staat.
- Waar zijn je spullen?
- Waar zijn jouw spullen?
- Waar zijn uw spullen?
- Waar zijn jullie spullen?
Je beeldt je dingen in.
Vergeet je spullen niet.
Zijn dit jouw dingen?
Die dingen zijn parasieten!
- Het werd vreemd.
- De dingen werden raar.
- Het liep fout.
- Hoe gaat het?
- Hoe gaat het ermee?
- Hoe staan de zaken?
Ik wil veel dingen.
Er gebeuren hier idiote dingen.
Iemand nam mijn spullen.
Ik heb deze dingen niet nodig.
Ik kan dingen in een doos steken.
Er zijn belangrijkere zaken in dit leven.
- Ik heb veel te doen.
- Ik heb veel dingen te doen.
- Mij staat nog veel te doen.
- Ik moet een hoop werk doen.
Ik heb veel dingen te doen.
Of verbeeld ik me het?
Ik dacht over veel dingen na,
Er staat van alles op.
Ik begon bijzondere dingen te zien.
Ik heb nu veel te doen.
Ik moet wel dingen zien.
Tom verliest vaak iets.
Deze dingen zijn niet van mij!
Zijn dit jouw dingen?
Nou, er zijn wel vreemdere dingen gebeurd.
Ik heb te veel te doen.
Ik heb wat dingen te doen.
Hoeveel dingen heb je gekocht?
Die dingen zijn echt gebeurd.
Al mijn spullen zijn verdwenen.
Edison heeft veel nuttige dingen uitgevonden.
- Vertel geen onzin!
- Zeg geen onzin!
Ze nemen geen belangrijke beslissingen.
Ik heb duizend dingen om te doen.
Ik zal een paar dingen nodig hebben.
Jij hebt nooit tijd voor de belangrijke dingen!
Raak nooit mijn spullen meer aan.
...om moeilijke en diepgaande dingen uit te leggen.
Ze zijn lastig te combineren.
Laat dingen niet half afgemaakt.
Deze dingen gebeuren alleen in Zweden.
Ik wil hier een paar dingen kopen.
Pak je spullen en ga.
Uh... Hoe werkt dat?
Hoe gaat het in Boston?
Ik heb veel te doen vandaag.
We spraken onder meer over het weer.
Ik heb van alles gekocht.
Hoe gaat het in Australië?
Ik ben niet goed in het classificeren van dingen.
"Ik wil dingen kopen", zei de jongen.
Jullie zeggen soms onsamenhangende dingen.
Ik dacht dat je graag nieuwe dingen leerde.
God is de oorzaak van alle dingen.
Een van mijn favoriete bezigheden.
Waarschijnlijk mijnwerkersspullen.
...dan van overwinningen en makkelijke dingen. POLITIE
Het wordt erger en erger.
Tom vindt het leuk om iets nieuws te proberen.
Tom zag Mary dingen van de grond oprapen.
Dit zat tussen uw spullen.
- Jij hebt nooit tijd voor de belangrijke dingen!
- Je hebt nooit tijd voor belangrijke dingen!
Ik heb een miljoen dingen te doen.
Ik was bang om nieuwe dingen te proberen.
We hebben veel belangrijke dingen te doen.
De zaken hebben een geheel ander aanzien gekregen.
Let beter op je spullen!
Ik zie dingen anders.
De dingen liepen niet zoals ze verwachtte.
Ik heb nog steeds dingen die ik moet doen.
Ik geloof niet dat die dingen bestaan.
De moeder zei weinig tegen de dochters.
Ik heb veel dingen te doen.
- Ik dacht dat je graag nieuwe dingen zou leren.
- Ik dacht dat je graag nieuwe dingen leerde.
- Je moet geen dingen maar half doen.
- Aan half werk doet u beter niet.
- Probeer niet twee dingen tegelijk te doen.
- Probeer geen twee dingen tegelijk te doen.