Examples of using "Preciso" in a sentence and their dutch translations:
Ik moet slapen.
Ik heb het nu nodig.
- Ik heb u nodig.
- Ik heb je nodig.
- Ik heb jullie nodig.
- Ik heb vakantie nodig.
- Ik ben aan vakantie toe.
Ik moet hen waarschuwen.
Ik heb hulp nodig.
Ik moet slapen.
Ik moet teruggaan.
- Ik wil slapen.
- Ik moet slapen.
Ik heb een beetje slaap nodig.
Moet ik er echt naartoe?
- Ik heb een baan nodig.
- Ik heb werk nodig.
Ik heb een vakantie nodig.
- Ik heb koffie nodig.
- Ik heb behoefte aan koffie.
Ik heb hulp nodig.
Ik ben aan vakantie toe.
Ik heb vrienden nodig.
Ik moet Italiaans studeren.
- Ik heb je hulp nodig.
- Ik heb uw hulp nodig.
Ik heb je hulp nodig.
Ik heb een baan nodig.
- Ik heb een bad nodig.
- Ik moet in het bad.
- Ik heb een nieuwe nodig.
- Ik heb behoefte aan een nieuwe.
Ik heb zijn hulp nodig.
Ik heb een zakdoek nodig.
Ik moet geduldiger zijn.
Ik heb jullie nodig.
Ik moet naar Portugal telefoneren.
...ik heb een extractie nodig.
Ik moet studeren.
Ik moet het repareren.
Ik heb wat papier nodig.
Ik heb iedereen nodig.
Ik moet postzegels kopen.
Ik heb koffie nodig.
Ik heb vissen nodig.
Ik heb het vandaag nodig.
Ik heb ijs nodig.
Ik moet gaan slapen.
Ik moet me scheren.
Ik heb hulp nodig.
Ik moet binnen.
Ik heb dat nodig.
- Ik heb affectie nodig.
- Ik heb liefde nodig.
Er is meer nodig.
Ik heb inspiratie nodig.
Moet ik zout toevoegen?
Ik moet gaan liggen.
Ik moet wiskunde studeren.
Ik heb hem nodig.
Ik ben aan vakantie toe.
Ik moet gaan. Dikke kus!
Ik moet het allemaal zien.
Ik moet me concentreren.
Ik heb energie nodig.
- Ik heb jouw hulp niet nodig.
- Ik heb uw hulp niet nodig.
- Ik heb jullie hulp niet nodig.
Ik heb een gunst nodig.
Ik heb een vertaler nodig.
- Ik heb een sigaret nodig.
- Ik moet een sigaret hebben.
Ik moet beter oppassen.
Ik heb een dutje nodig.
Ik heb een woordenboek nodig.
Ik heb uw advies nodig.
Ik heb zonnebrand nodig.
Ik hoef niets te doen.
Ik heb 30 minuten nodig.
Ik heb een auto nodig.
Ik heb een knuffel nodig.
Ik heb een loonsverhoging nodig.
Ik heb een wapen nodig.
Ik heb een week nodig.
Ik heb mijn sleutels nodig.
Ik heb meer hulp nodig.
Ik heb meer tijd nodig.
Ik moet naar het toilet.
Ik heb een plattegrond nodig.
Ik moet naar Chicago.
Ik heb een computer nodig.
Ik moet beter oppassen.
Ik heb veel boeken nodig.
Ik heb een ladder nodig.