Examples of using "Plany" in a sentence and their dutch translations:
- Heb je enige plannen?
- Heb jij plannen?
Maar de Nederlandse regering had andere plannen.
Tom besprak zijn plannen met Mary.
Onze weekendplannen waren opgeschort.
Wat doen jullie met kerst?
Je kan niet verdwaald raken in grote steden; er zijn overal kaarten!