Examples of using "Boże" in a sentence and their dutch translations:
Mijn God!
God schere de koningin!
God verhoede ons!
Oh mijn God!
Het is Kerstmis.
Kerstmis is op vijfentwintig december.
Het zuigt me naar beneden.
Morgen is het Kerstmis.
Kerstmis naderde.
God, ik haat mijn baan.
God, ik haat mijn baan.
- Kerstmis nadert.
- Kerstmis komt eraan.
Wat is er aan de hand?
Kerstmis is op vijfentwintig december.
Het is bijna kerst.
Kerstmis is een bijzondere feestdag.
Kerstmis is op vijfentwintig december.
Wat doen jullie met kerst?
Geen dwangmatige verzamelaars, dat is wat anders.
Kerstmis viel dat jaar op zaterdag.