Examples of using "Giovedì" in a sentence and their dutch translations:
Het is donderdag.
Woensdag? Donderdag? Vrijdag?
Vandaag is het donderdag.
Gisteren was het donderdag.
Tot donderdag!
Het regent sinds de vorige donderdag.
We zouden tegen donderdag de uitslag moeten weten.
We gaan elke donderdag naar de bioscoop.
Maandag, dinsdag, woensdag, donderdag, vrijdag, zaterdag en zondag zijn de zeven dagen van de week.