Examples of using "Per" in a sentence and their dutch translations:
- Ze gaan voor u koken.
- Ze gaan voor jullie koken.
- Vertaal dit voor me alsjeblieft.
- Vertaalt u dat voor me, alstublieft.
Alstublieft, kies niet voor Tom.
Kom alsjeblieft.
- Help alstublieft!
- Help alsjeblieft!
Lach alsjeblieft.
Zeg alsjeblieft.
Even geduld alsjeblieft.
Blijf alsjeblieft.
Ga alsjeblieft verder.
Luister alstublieft.
Zeg dat opnieuw, alsjeblieft.
- Ga alsjeblieft.
- Ga alstublieft.
- Ga alsjeblieft weg.
- Ga alstublieft weg.
- Kom binnen alstublieft.
- Kom alstublieft binnen.
Kom alsjeblieft terug.
- Lach alsjeblieft!
- Lach alstublieft!
- Ga alsjeblieft door.
- Gaat u alstublieft door.
Eet alsjeblieft!
Luister alstublieft.
- Verzeker het, alsjeblieft.
- Verzeker het, alstublieft.
- Help mij a.u.b.
- Help me a.u.b.
- Help me alsjeblieft.
- Leg het alsjeblieft uit.
- Leg het alstublieft uit.
- Zet het uit, alsjeblieft!
- Zet het uit, alstublieft!
- Regel het alsjeblieft.
- Regel het alstublieft.
Bel hem alstublieft op.
Klaar voor november?
Kom binnen alstublieft.
- Schiet alsjeblieft op.
- Schiet alstublieft op.
- Haast u alstublieft!
- Geef antwoord, alsjeblieft.
- Antwoord me, alsjeblieft.
- Luister naar me alstublieft.
- Luister naar me alsjeblieft.
Vergeef me alsjeblieft.
Doe dat alsjeblieft!
Doe alsjeblieft rustig aan.
- Help me a.u.b.
- Help me alsjeblieft.
- Kleed je alsjeblieft aan.
- Kleed u alstublieft aan.
- Word alsjeblieft wakker.
- Word alstublieft wakker.
Help ons alstublieft!
- Bel hem alsjeblieft op.
- Bel hem alstublieft op.
Voor wie ga je stemmen?
- Voor wie werkt u?
- Voor wie werk je?
- Voor wie werken jullie?
Eén voor allen, allen voor één.
- Goed voor jullie.
- Goed voor u.
- Ik werk voor jou.
- Ik werk voor u.
- Ik werk voor jullie.
Alstublieft.
Ga alsjeblieft!
Ga weg, alstublieft.
- Ga nu naar binnen, alsjeblieft.
- Ga nu naar binnen, alstublieft.
- Gelieve nu in te voeren.
Ik sta op het punt uit te gaan.
- Help mij a.u.b.
- Help me a.u.b.
- Help me alsjeblieft.
Twee kaartjes naar San Diego, alsjeblieft.
- Achteruit, alsjeblieft.
- Achteruit, alstublieft.
- Kopieer dit alstublieft.
- Kopieer dit alsjeblieft.
- Niet storen alsjeblieft!
- Niet storen alstublieft!
Wil je eerst?
- Helpen jullie Tom, alsjeblieft.
- Help Tom a.u.b.
- Help Tom, alstublieft.
Ga alstublieft niet.
Zeg alsjeblieft iets.
- Gaat u alstublieft weer naar binnen.
- Ga alsjeblieft weer naar binnen.
Alleen water, alstublieft.
- Kom hier, alsjeblieft.
- Kom hier, alstublieft.
Ik heb me zorgen over je gemaakt.
Vertaal dit alsjeblieft.
Wees alsjeblieft redelijk.
- Wacht hier alstublieft.
- Wacht hier alsjeblieft.
- Vergeef me alsjeblieft.
- Excuseer.
- Pardon.
- Ik bied u m’n verontschuldigingen aan.
- Sorry...
Open het niet, alsjeblieft.
Doet u dat alstublieft niet.
Niet voor individuen, niet voor gezinnen,
- Water graag.
- Water alsjeblieft.
- Alsjeblieft!
- Alstublieft!
Kip, alstublieft.
Thee, alstublieft.
Ik heb haar per ongeluk op straat ontmoet.
- Stilte alstublieft.
- Stilte alsjeblieft.
- Stilte graag.
We staan op het punt hem te ontmoeten.
- Oog om oog en tand om tand.
- Oog om oog, tand om tand.
- Haast u alstublieft.
- Haast je alsjeblieft!
- Schiet alstublieft op!
- Schiet alsjeblieft op!
Vlees a.u.b.
Champagne alstublieft.
Allen voor één, één voor allen!
- Ja, graag.
- Ja, alstublieft.
Probeer het alstublieft.
Orde, alstublieft.
- We maken ons zorgen om je.
- We maken ons zorgen om u.
- We maken ons zorgen om jullie.
- Kunt u dat herhalen, alstublieft?
- Kan je dat herhalen, alsjeblieft?