Examples of using "Tulpen" in a sentence and their dutch translations:
Tom houdt van tulpen.
Ik hou van tulpen.
De tulpen zullen snel bloeien.
De tulpen zullen snel bloeien.
Die tulpen zijn heel mooi.
Tulpen zijn nu in volle bloei.
De koeien bij mij achter eten alleen maar tulpen.
Nederland is beroemd om zijn windmolens, tulpen, houten klompen en grachten.