Examples of using "Liebt" in a sentence and their dutch translations:
- Tom houdt van je.
- Tom houdt van jou.
- Tom houdt van jullie.
- Tom houdt van u.
Peter houdt van Jane.
Iedereen houdt van poppen.
Tom houdt van wiskunde.
- Tom houdt van je.
- Tom houdt van jou.
Hou van me!
Hij houdt van voetbal.
Hij houdt van haar. Zij houdt ook van hem.
Hij houdt van haar. Zij houdt ook van hem.
Zij houdt ook van chocolade.
Iedereen houdt van zijn land.
Ze houdt nog steeds van hem.
Tom houdt van paarden.
Iedereen houdt van muziek.
Ze houdt van katten.
Hij houdt van treinen.
Tom houdt van skiën.
Maria houdt van melk.
- Linda houdt van chocolade.
- Linda houdt van chocola.
Hij houdt van thee.
Hij houdt van haar.
- Niemand houdt van mij.
- Niemand houdt van me.
Hij houdt van muziek.
- Ze is dol op aandacht.
- Ze houdt van aandacht.
Hij houdt van aandacht.
Peter houdt van Jane.
Tom houdt van Maria.
Hou je van elkaar?
Iedereen houdt ervan.
Hij houdt van katten.
Ann houdt van chocolade.
Ze houdt van kinderen.
Ze houdt van Tom.
Tom houdt van jou.
Jezus houdt van je.
Tom houdt van bloemen.
Tom houdt van katten.
Tom houdt van Australië.
Tom houdt van muziek.
Tom houdt van chocoladetaart.
Iedereen houdt van kunst.
Tom houdt van sportevenementen.
- Tom is gek op chocola.
- Tom houdt van chocolade.
Ingo houdt van haar.
Tom houdt van koffie.
Tom houdt van tulpen.
Tom houdt van honden.
- Amerika houdt van je.
- Amerika houdt van u.
- Amerika houdt van jullie.
Zij houdt van bloemen.
Anna houdt van chocolade.
Zij houdt van eekhoorns.
Tom houdt van haar.
Zij houdt van treinen.
Tom houdt van thee.
Ze houdt van hem.
Hij houdt van koffie.
Heb je vijanden lief.
Hij houdt van voetbal.
Tom houdt van pasta.
Tom houdt van Canada.
Maria houdt van paarden.
Maria houdt van dieren.
Sami houdt van Facebook.
Hij houdt van honden.
Jezus houdt van jullie.
Jezus houdt van u.
Tom houdt van jullie.
Hou je van mij?