Translation of "Werden" in Dutch

- Du wirst reich belohnt werden.
- Ihr werdet reich belohnt werden.
- Sie werden reich belohnt werden.

Je zult rijkelijk beloond worden.

- Was möchtest du werden?
- Was willst du werden?
- Was wollen Sie werden?

Wat wil je worden?

- Sie werden es wissen.
- Sie werden es merken.
- Sie werden das mitkriegen.

Ze zullen het weten.

Diese Probleme werden in naher Zukunft gelöst werden.

Deze problemen zullen in de nabije toekomst worden opgelost.

Arme werden nicht reicher, wenn Reiche ärmer werden.

Arme mensen worden niet rijker wanneer rijke mensen armer worden.

- Wir werden es verstehen.
- Wir werden es bekommen.

We krijgen het.

- Computer werden ständig weiterentwickelt.
- Computer werden ständig verbessert.

- Computers worden steeds verbeterd.
- Computers worden voortdurend verbeterd.

- Ich will Ingenieur werden.
- Ich möchte Ingenieur werden.

Ik wil ingenieur worden.

Seine Schwester und ich werden gute Freunde werden.

Zijn zus en ik zullen goede vrienden worden.

werden wir nicht

hoeven we niet te rekenen

Sie werden beschenkt.

We geven gewoon.

Erobert werden könnte .

of Denen of Vikingen.

Sie werden überleben.

- Ze zullen overleven.
- Ze overleven wel.

Wir werden helfen.

Wij zullen helpen.

Wir werden teilen.

We zullen delen.

Wir werden siegen.

- We zullen winnen.
- We winnen wel.

Sie werden kommen.

- Ze gaan komen.
- Zij gaan komen.

Sie werden verhandeln.

- Ze zullen onderhandelen.
- Ze gaan onderhandelen.

Träume werden wahr.

Dromen komen uit.

Sie werden nervös.

- Ze worden nerveus.
- Ze worden zenuwachtig.

Verräter werden abgeschoben.

Verraders zullen gedeporteerd worden.

Wir werden sehen.

We zullen zien.

Wir werden fahren.

We zullen rijden.

Wir werden kämpfen.

We zullen vechten.

Wir werden kommen.

We zullen komen.

Sie werden sterben.

Ze zullen sterven.

Werden wir verfolgt?

Worden we achtervolgd?

Wir werden kochen.

- We gaan koken.
- Wij zullen koken.

Wir werden gehen.

We zullen gaan.

Wir werden singen.

Wij zullen zingen.

Wir werden arbeiten.

We zullen werken.

Wir werden überleben.

We overleven wel.

Wir werden müde.

We worden moe.

Wir werden nachlässig.

We worden slordig.

Sie werden lachen.

- Je zal lachen.
- Je zult lachen.
- U zal lachen.
- U zult lachen.
- Jullie zullen lachen.

Sie werden stürzen.

Ge zult vallen.

Was werden wir?

Wat gaan we worden?

Viele werden sterben.

Velen zullen sterven.

Wir werden laufen.

- We zullen wandelen.
- We zullen stappen.

Wir werden warten.

- We zullen wachten.
- We wachten wel.

Wir werden angegriffen!

We worden aangevallen!

Wir werden angreifen.

We zullen aanvallen.

Wir werden entscheiden.

We zullen beslissen.

Wir werden schießen.

We zullen schieten.

Die Starken werden überleben, und die Schwachen werden sterben.

De sterken zullen overleven en de zwakken zullen sterven.

Wir werden eine Fabrik besichtigen, wo Fernsehgeräte hergestellt werden.

We zullen een fabriek bezoeken, waar tv's worden geproduceerd.

- Sie werden niemals zustimmen.
- Sie werden sich nie einigen.

Ze zullen nooit akkoord gaan.

- Wir werden uns verspäten.
- Wir werden zu spät sein!

We gaan te laat komen.

Die Reichen werden reicher und die Armen werden ärmer.

De rijken worden rijker en de armen worden armer.

- Ich möchte ein Journalist werden.
- Ich will Journalist werden.

Ik wil journalist worden.

Wohin Sie auch gehen werden, Sie werden willkommen sein.

Waar u ook heengaat, u zult welkom zijn.

- Ihre Freunde werden Sie vermissen.
- Eure Freunde werden euch vermissen.
- Deine Freunde werden dich vermissen.

Je vrienden zullen je missen.

- Warum willst du Krankenschwester werden?
- Warum möchtest du Krankenschwester werden?
- Warum möchtest du Krankenpfleger werden?

- Waarom wil je verpleegster worden?
- Waarom wil je verpleger worden?

- Warum willst du Krankenschwester werden?
- Warum wollen Sie Krankenschwester werden?
- Warum möchtest du Krankenschwester werden?
- Warum möchtest du eine Krankenschwester werden?

Waarom wil je verpleegster worden?

- Ich wollte eigentlich Lehrer werden.
- Ich wollte eigentlich Lehrerin werden.

Ik wilde eigenlijk leraar worden.

- Das Gesetz muss novelliert werden.
- Das Gesetz muss geändert werden.

De wet moet verbeterd worden.

- Wir werden Ihre Bedingungen annehmen.
- Wir werden eure Bedingungen annehmen.

We zullen uw voorwaarden aanvaarden.

Alles, was falsch verstanden werden kann, wird falsch verstanden werden.

Alles wat verkeerd kan worden begrepen, zal verkeerd worden begrepen.

- Der Rasen muss gesprengt werden.
- Der Rasen muss bewässert werden.

- Het gras moet worden gesproeid.
- Het gazon moet worden besproeid.

- Die Badewanne muss saubergemacht werden.
- Die Badewanne muss gesäubert werden.

De badkuip moet worden schoongemaakt.

- Wir werden es bald wissen.
- Wir werden es bald herausbekommen.

We komen er snel achter.

- Wir werden es zusammen tun.
- Wir werden es gemeinsam tun.

We zullen het samen doen.

- Wir werden dich morgen besuchen.
- Morgen werden wir dich besuchen.

- Morgen bezoeken we je.
- Morgen bezoeken we jullie.

- Warum möchtest du Krankenschwester werden?
- Warum möchtest du Krankenpfleger werden?

Waarom wil je verpleger worden?

In Kürze werden Sie zu diesem Thema ausführlich informiert werden.

Op korte termijn zult u betreffende dit onderwerp uitgebreid geïnformeerd worden.

- Ich hätte Lehrer werden sollen.
- Ich hätte Lehrerin werden sollen.

Ik had docent moeten worden.

- Warum willst du Krankenschwester werden?
- Warum möchtest du Krankenschwester werden?

Waarom wil je verpleegster worden?

- Wir werden es niemals wissen.
- Wir werden es nie erfahren.

We zullen het nooit weten.

- Automobile werden in Fabriken hergestellt.
- Autos werden in Fabriken hergestellt.

Auto's worden in fabrieken geproduceerd.