Translation of "Solle" in Dutch

Mir wurde gesagt, ich solle etwas warten.

Ik moest een tijdje wachten.

Takuya sagte mir, ich solle gleich aufbrechen.

Takuya zei me direct te vertrekken.

Ich schrieb ihm, er solle sofort kommen.

Ik schreef hem dat hij onmiddellijk moest te komen.

Mein Fahrlehrer sagt, ich solle mehr Geduld haben.

Mijn rijinstructeur zegt dat ik geduldiger moet zijn.

Sie sagte, ich solle mit dem Rauchen aufhören.

Ze zei dat ik moest ophouden met roken.

Der Fahrer fragte mich, wohin er fahren solle.

De bestuurder vroeg me welke kant hij op moest.

Seine Eltern sagten, er solle zur Universität gehen.

Zij ouders zeiden hem dat hij naar de universiteit moest gaan.

Manche Leute sagen, ich solle stattdessen zur Schule gehen.

Sommigen zeggen dat ik op school zou moeten zitten.

Tom sagte Maria, sie solle Kaffee und Zigaretten kaufen.

Tom vertelde Mary om wat koffie en sigaretten te kopen.

Er fragte, ob er mich nach Hause begleiten solle.

- Hij vroeg of hij me naar huis kon brengen.
- Hij vroeg of hij met me naar huis kon lopen.

Tom sagte mir, ich solle einen neuen Anfang machen.

Volgens Tom moet ik met een schone lei beginnen.

Tom sagte, er wisse nicht, was er tun solle.

Tom zei dat hij niet wist wat hij moest doen.

Maria sagte ihm, er solle ihre Zeit nicht vergeuden.

Maria zei tegen hem dat hij haar tijd niet moest verspillen.

Sie sagte ihm, er solle sich von schlechten Freunden fernhalten.

Ze zei hem uit de buurt te blijven van slechte vrienden.

Der Arzt sagte ihm, er solle mit dem Trinken aufhören.

- De dokter zei hem dat hij van de drank moest afblijven.
- De dokter zei hem dat hij alcohol moest mijden.

Der Doktor hat mir gesagt, ich solle mit dem Rauchen aufhören.

De dokter heeft mij gezegd dat ik moest stoppen met roken.

Tom sagte dem Taxifahrer, er solle ihn zum Hilton Hotel bringen.

Tom zei de taxichauffeur hem naar het Hilton hotel te brengen.

Ich habe ihr gesagt, sie solle das Seil nicht loslassen, aber sie tat es trotzdem.

Ik zei haar het touw niet los te laten, maar dat deed ze wel.

- Sie sagte ihrem Sohn, er solle einen Moment warten.
- Sie bat ihren Sohn, kurz zu warten.

Zij vroeg haar zoon een minuut te wachten.

"Gut", sagte die Ladenbesitzerin und bedeutete Dima, dass er ihr zur Registrierkasse folgen solle. "Das macht dann also 3.000.000,99."

"Nou," zei de verkoopster, en wenkte Dima haar te volgen naar de kassa, "dat is dan 3.000.000,99."

- Lucys Mutter bat sie, sich um ihre jüngere Schwester zu kümmern.
- Lucys Mutter sagte ihr, sie solle sich um ihre jüngere Schwester kümmern.

Lucys moeder zei haar dat ze moet zorgen voor haar jongere zus.