Translation of "Geduld" in Dutch

Geduld! Geduld!

Geduld!

- Habe Geduld!
- Seid geduldig!
- Hab Geduld!
- Haben Sie Geduld!

Wees geduldig!

Nur Geduld!

Wees geduldig!

Habe Geduld!

- Wees geduldig!
- Een beetje geduld!

Hab Geduld!

- Wees geduldig!
- Een beetje geduld!

Habt Geduld!

Wees geduldig.

- Danke für Ihre Geduld.
- Danke für deine Geduld!
- Danke für Ihre Geduld!

- Bedankt voor uw geduld.
- Bedankt voor je geduld.

- Danke für Ihre Geduld.
- Danke für Ihre Geduld!

Bedankt voor uw geduld.

Englischlernen erfordert Geduld.

Engels leren vereist geduld.

Haben wir Geduld!

Laten we geduldig zijn!

Meine Geduld ist aufgebraucht.

Mijn geduld raakt op.

Geduld ist eine Tugend.

Geduld is een schone zaak.

Danke für Ihre Geduld.

Bedankt voor uw geduld.

Unterrichten erfordert viel Geduld.

Onderwijzen vraagt veel geduld.

Habt vor allen Dingen Geduld.

- Wees vooral geduldig.
- Wees voor alles geduldig.

Nur noch ein bisschen Geduld.

Nog een beetje geduld.

Meine Geduld geht zu Ende.

Mijn geduld raakt op.

Er war die personifizierte Geduld.

Hij was het geduld in persoon.

Verlieren wir nicht die Geduld!

Laten we het geduld niet verliezen!

Meine Geduld ist am Ende.

Mijn geduld is op.

Ich habe die Geduld verloren.

Ik ben mijn geduld verloren.

Diese Arbeit erfordert viel Geduld.

Zulk werk vereist veel geduld.

Vielen Dank für deine Geduld.

Bedankt voor je geduld.

- Hoffnung und Geduld führen zur Macht.
- Mit Geduld und Spucke fängt man eine Mucke.

- De aanhouder wint.
- Hoop en moed zijn altijd goed.

Geduld ist manchmal die wirkungsvollste Waffe.

Geduld is soms het meest effectieve wapen.

Wir müssen nur etwas Geduld haben.

We moeten alleen wat geduld hebben.

Er ist mit seiner Geduld am Ende.

Zijn geduld is op.

Er hat seine Geduld mit mir verloren.

Hij verloor zijn geduld met mij.

Mein Dreijähriger fordert wirklich meine Geduld heraus!

Mijn 3-jarige stelt werkelijk mijn geduld op de proef!

Und wie dankbar er für ihre Geduld war.

en dat hij dankbaar was dat ze zoveel geduld had.

Mein Fahrlehrer sagt, ich solle mehr Geduld haben.

Mijn rijinstructeur zegt dat ik geduldiger moet zijn.

Sie waren kurz davor, die Geduld zu verlieren.

Hun geduld begon op te raken.

- Du musst geduldig sein.
- Sei geduldig!
- Habt Geduld!

Wees geduldig.

Wie lange noch, Catilina, wirst du unsere Geduld missbrauchen?

Hoe lang nog, Catilina, ga je misbruik maken van ons geduld?

Mit etwas mehr Geduld hättest du das Puzzle lösen können.

Met een beetje meer geduld zou je deze puzzel opgelost kunnen hebben.

- Danke für Ihre Geduld.
- Ich danke Ihnen für Ihre Nachsicht.

- Bedankt voor uw geduld.
- Bedankt voor je geduld.

Geduld fängt da an, wo man denkt, man hat keine.

Geduld begint wanneer je denkt dat je er geen hebt.

Überall, wo er war, lehrte er Liebe, Geduld und vor allem Gewaltfreiheit.

Waar hij ook was, hij onderwees liefde, geduld en vooral geweldloosheid.

- Mit Geduld und Eifer gelingt jede Arbeit.
- Was lange währt, wird endlich gut!

Geduld overwint alles.