Examples of using "Roboter" in a sentence and their dutch translations:
Uw naam? - Robot.
Hoe zou ik een robot kunnen zijn? Robots dromen niet.
Sindsdien werkte de robot niet meer.
Dit is een kei van een robot.
Hoe kan een robot daarbij helpen?
Het laat alleen maar zien dat je geen robot bent.
Een robot kan meer werken dan een man.
Er bestaan geprogrammeerde robots voor het deactiveren van bommen.
In het noordpoolgebied werken is erg moeilijk, zelfs voor een robot.
Terwijl de kassamedewerker zich omdraaide om op een paar sleutels te klikken, dacht hij terug aan hoe hij in deze puinhoop terecht was gekomen. De leider van de bende heeft een zus genaamd Mary, op wie Tom verliefd is sinds groep vijf. En sinds ze in de brugklas bij dezelfde Franse lessen waren geplaatst, realiseerde ze zich dat ze hem ook leuk vond. Ze deelden allebei een voorliefde voor robots en talen, en wilden naar dezelfde school.