Translation of "Roboter" in Dutch

0.004 sec.

Examples of using "Roboter" in a sentence and their dutch translations:

Ihr Name? - Roboter.

Uw naam? - Robot.

Wie könnte ich ein Roboter sein? Roboter träumen nicht.

Hoe zou ik een robot kunnen zijn? Robots dromen niet.

Der Roboter funktionierte seitdem nicht mehr.

Sindsdien werkte de robot niet meer.

Ein Roboter, der ganz schön was aushält!

Dit is een kei van een robot.

Wie kann dabei ein Roboter von Nutzen sein?

Hoe kan een robot daarbij helpen?

Es zeigt nur, dass du kein Roboter bist.

Het laat alleen maar zien dat je geen robot bent.

Ein Roboter kann mehr Arbeit verrichten als ein Mensch.

Een robot kan meer werken dan een man.

Es gibt Roboter, die dafür programmiert sind, Bomben zu entschärfen.

Er bestaan geprogrammeerde robots voor het deactiveren van bommen.

In der Arktis zu arbeiten, ist sehr schwierig, selbst für einen Roboter.

In het noordpoolgebied werken is erg moeilijk, zelfs voor een robot.

Als der Kassierer sich abwandte, um einige Tasten zu drücken, erinnerte sich Tom, wie er in dieses Schlamassel hineingeraten war: der Anführer der Bande hatte nämlich eine Schwester, die Maria hieß und in die Tom schon seit der dritten Klasse verliebt war, und als die beiden in der siebten Klasse in dieselbe Französischstunde kamen, bemerkte diese, dass sie seine Gefühle erwiderte. Alle beide liebten sie Roboter und wollten an derselben Universität studieren.

Terwijl de kassamedewerker zich omdraaide om op een paar sleutels te klikken, dacht hij terug aan hoe hij in deze puinhoop terecht was gekomen. De leider van de bende heeft een zus genaamd Mary, op wie Tom verliefd is sinds groep vijf. En sinds ze in de brugklas bij dezelfde Franse lessen waren geplaatst, realiseerde ze zich dat ze hem ook leuk vond. Ze deelden allebei een voorliefde voor robots en talen, en wilden naar dezelfde school.