Examples of using "Ganz" in a sentence and their dutch translations:
Precies!
Dat klopt.
- Graag gedaan.
- Tot uw dienst.
- 't Is niks.
- Niets te danken!
- Fantastisch!
- Geweldig!
- Dat is geweldig!
- Briljant!
- Wonderbaarlijk!
- Prima!
- Prachtig.
- Dat is prima!
Dat is niet helemaal waar.
Dat is heel zoet.
Het televisietoestel is splinternieuw.
Hij gebruikte extreem simpele taal...
Hij stinkt behoorlijk.
En hij zei: "Oh, ja, goede vraag, heel makkelijk.
In tegenstelling tot deze brulaap...
je vrij gemakkelijk uitzoeken.
Hij reisde door heel Europa.
Ik was een en al oor.
Je hebt helemaal gelijk.
Ik ben een en al oor.
Het is volledig nieuw.
Hij is helemaal voor jou.
Ik ben er helemaal tegen.
Ik ben helemaal in mijn eentje.
Tom is moederziel alleen.
Tom raakte in de war.
Dat is redelijk normaal.
Je bent erg veranderd.
- Dat is exact hetzelfde.
- Dat maakt geen verschil uit.
Ben je helemaal alleen?
Het is helemaal donker.
Het is echt aan het sneeuwen.
Dat klopt.
- Zijt ge alleen?
- Ben je alleen?
- Ik heb u niet helemaal verstaan.
- Ik kan niet helemaal volgen.
- Ik kan je niet goed volgen.
- Ik kan jullie niet goed volgen.
- Ik volg u niet helemaal.
Het was mij een genoegen.
Ik wordt flink gesneden.
Dat is een hele klim.
Dit werkt vrij goed.
Voorzichtig, tot de rand.
Vrij moerassig, hier.
Dat scheelde maar een haartje.
Dit is allemaal erg wankel.
Je hebt dit misschien al eens gezien,
zonder het helemaal af te maken.
Ik begon bijzondere dingen te zien.
- Het is buiten pikzwart.
- Het is buiten pikdonker.
Je hebt lef.
Dat klinkt als een vrij goed voorstel.
Het is kil.
Hij woonde daar helemaal alleen.
Eet je spinazie helemaal op.
Ik ben nu helemaal alleen.
- Ik moet dringend gaan pissen.
- Ik moet dringend gaan plassen.
Het is eigenlijk zeer simpel.
Ik heb heel Europa afgereisd.
Jouw gezicht is rood hoor.
Dat is een kwestie van mening.
- Tom heeft lef.
- Tom is onbevreesd.
De torenklok loopt heel juist.
Ik heb heel Europa afgereisd.
- Dit boek is nagelnieuw.
- Dit boek is splinternieuw.
Ze zit niet zo eenvoudig in elkaar.
Tom voelde zich moederziel alleen.
Tom drinkt aardig wat.
Hij is vandaag erg aardig.
Ik ben er heel zeker van.
Hij was helemaal alleen in het huis.
Zij heeft het helemaal alleen gedaan.
Je weet heel goed wat ze wil.
Mijn intenties zijn geheel en al integer.
Niet echt. Althans, niet voor mij.
en een beroep doen op een van onze oudste krachten.
We kunnen niet in eenzaamheid leven.
Oké, soort van droog... ...maar warm.
Hij gaat helemaal deze rotswand op.
Die berkenbast staat direct in de fik zo brandbaar is het.
Het is aan jou.
Hij licht zo helder op. Kijk.
Zie je die kleine gifbuidel op zijn rug?
maar nu gebeurt er iets dramatisch anders.
Dit wordt krap.