Examples of using "Sein" in a sentence and their dutch translations:
Wat moet dat moet.
Wat moet dat moet.
Zijn vader schijnt advokaat te zijn.
Zijn alibi leek perfect.
Zijn alibi scheen waterdicht.
over zijn lunchtijd."
- Dat zal wel.
- Het zou kunnen.
- 't Is best mogelijk.
- Het zal best.
- Het kan zijn.
Misschien wel.
Zijn vader wijdde zijn leven aan de wetenschap.
Hij gaf zijn leven voor zijn land.
Zou je graag beroemd willen zijn?
Ik zal aardig zijn.
Je moet beter opletten.
Je lijkt wel gek.
Dat kan waar zijn.
We moeten slim en vindingrijk blijven.
Ik zal er zijn.
Om vrij te zijn moet men onafhankelijk zijn.
Dat wordt plezant.
Zijn trui is grijs.
Iedereen houdt van zijn land.
- Je moet voorzichtig zijn.
- U moet voorzichtig zijn.
- Jullie moeten voorzichtig zijn.
Zijn vader wijdde zijn leven aan de wetenschap.
De drie voortreffelijkste bezittingen van de herder zijn zijn geweer, zijn paard en zijn hond.
zijn serene zelfverzekerdheid.
Er moet orde zijn.
Zijn ster is aan het tanen.
Zijn maag knort.
- Genoeg zo!
- Laat het met rust!
Zijn teen bloedt.
Zijn vinger bloedt.
Zijn zoon zit.
Laat maar zitten.
Er moet gestraft worden.
- Hij heeft zijn belofte gebroken.
- Hij heeft zijn woord gebroken.
Hij heeft zijn doel bereikt.
Ik wil geen stumper zijn, ik wil cool zijn!!
Ik lees zijn boek.
- Je bent niet goed wijs.
- Je moet wel gek zijn.
U zult nooit alleen zijn.
Zijn auto is echt gaaf.
- Tom lijkt ongerust.
- Tom lijkt angstig.
Zou je stil kunnen zijn?
- Te zijn of niet te zijn, dat is de kwestie.
- Zijn of niet zijn, daar gaat het om.
- Zijn of niet zijn, dat is de vraag.
Dit boek zal van pas komen voor al wie zijn geheugen en zijn logisch denken wil verbeteren.
Hij delft zijn eigen graf.
Hij zal hier vlug zijn.
- Een man moet eerlijk zijn.
- Een mens moet eerlijk zijn.
Dat kan niet waar zijn.
Zijn auto is niet hier, dus moet hij wel vertrokken zijn.
Zijn zoon is acht jaar oud.
Tom rende voor zijn leven.
- Tom trok zijn shirt uit.
- Tom trok zijn hemd uit.
- Tom trok zijn overhemd uit.
Maria wil geen hippie zijn.
Zijn gezicht klaarde op.
- Er lijkt iets mis te zijn.
- Het lijkt of er iets scheelt.
- Tom trok zijn shirt uit.
- Tom trok zijn hemd uit.
Hij heeft me zijn woord gegeven.
Heb je zijn gezicht gezien?
We moeten heel voorzichtig zijn.
Er zijn gevallen waarin redelijk zijn lafheid is.
Hij moet ongeveer veertig zijn.
Jij moet de beste zijn.