Examples of using "Humor" in a sentence and their dutch translations:
Je hebt humor.
geen goed gevoel voor humor, het is SLECHT gevoel voor humor!
Ik hou niet van Toms humor.
Ik hou erg van je zin voor humor.
Tom heeft geen gevoel voor humor.
De lezing van de professor zat vol humor.
Tom heeft een goed gevoel voor humor.
Een goede dosis humor zal je helpen om zware tijden te doorstaan.
Nou, dat is een slecht gevoel voor humor voor jou!
Datgene, waar eender welke dwaas om lacht, hoeft niet altijd humor te zijn.
Tom heeft geen gevoel voor humor.
Over humor weet ik alleen dat ik er geen heb.
De Duitsers hebben geen gevoel voor humor? Ik vind dat niet grappig!
Ze kijkt op me neer omdat ik geen gevoel voor humor heb.
Het is het soort humor dat eigenlijk nogal wreed of grimmig is.
De andere is het zeer karakteristieke gevoel voor humor, dat ik noem, vrees ik ... het is