Examples of using "Guter" in a sentence and their dutch translations:
Goede jongen.
Goed schot!
Dit is niet een geschikte plek.
- Wat een goed schot!
- Wat een goede schutter!
Je bent een goede kok.
Tom is een goede timmerman.
Tom is een goede drummer.
Tom is een goede timmerman.
John zal een goede echtgenoot en vader zijn.
Dat is een goede vondst. Oké.
- Alle wegen leiden naar Rome.
- Er zijn veel goede manieren om het te doen.
Ik ben in verwachting.
Een goede burger is gehoorzaam aan de wet.
Hij zal een goede echtgenoot zijn.
Tom is een vrij goede snowboarder.
Hij wordt een goede leraar.
Tom is goed gehumeurd.
Dit was 'n goede vondst.
Dat is een goede vondst. Goed.
Dit is een goed punt.
Je bent een goede jongen.
Tom is een goede werker.
Hij is een goede schrijver.
Hij is een goede zanger.
Hij is zelden goed gehumeurd.
Ik ben een goede taxichauffeur.
Hij is een goede redenaar.
Hij is een goed mens.
Hij was een goede koning.
Ik ben een goed mens.
Tom is een goede buur.
Tom is een goede vriend.
Dit is goede koffie.
Dat is goed advies.
Dat is een geweldig plan.
Hij is een goed verliezer.
Nacht geeft raad.
Hij is een goede tennisspeler.
Tom is een goede vent.
Tom is een goede piloot.
Je bent een goede journalist.
Vader is een goed mens.
Hij is een goede student.
Hij is een goede timmerman.
Je bent een goede kok.
Hij is geen goede chauffeur.
Ik ben geen goede zwemmer.
Tom is een goede kok.
Dat is een goed begin.
- Hij is een goeierik.
- Hij is een goede kerel.
John is een goede student.
Hij is een goede kok.
John is mijn goede vriend.
Hij wordt een goede dokter.
- U bent een goede klant.
- Jij bent een goede klant.
Het is echt een koopje.
Tom is een goede student.
- Ik ben een brave jongen.
- Ik ben een goede jongen.
Tom was een goed mens.
Tom was geen goede getuige.
Je plan is goed.
Tom zou een goede vader zijn.
Maria is altijd in een goede stemming.