Examples of using "Deinen" in a sentence and their dutch translations:
Geef je droom niet op! Leef je droom!
Luister naar je vader.
Denk aan jouw broer.
- Doe je hoed op.
- Zet je hoed op.
Vergeet je paraplu niet!
Heb uw naaste lief.
Beweeg je kont!
- Gehoorzaam je leraren.
- Gehoorzaam uw leraren.
Raadpleeg je arts.
- Volg je dromen.
- Volg uw dromen.
- Volg jullie dromen.
Vergeet je ellende.
Eet je spinazie helemaal op.
- Mag ik uw pen gebruiken?
- Mag ik jouw pen gebruiken?
- Mag ik jullie pen gebruiken?
Zeg je vrienden gedag.
Tom wil weten hoe je heet.
Je moet je mond houden.
Ik bewonder je vechtlust.
Zet je hoed af.
Doe je muts op.
Kijk met je oren.
Trek je jas uit.
We hebben je advies nodig.
- Ik heb je advies nodig.
- Ik heb jouw advies nodig.
Je bent je sleutel aan het zoeken.
Recht je rug!
- Trek je pyjama aan.
- Doe je pijama aan.
Ik ken jouw broer.
Ik bewonder je moed.
Ik ken je vader.
Breng uw broer mee.
Doe je hoed op.
Neem je computer mee.
- Dank u voor uw verslag.
- Dank je voor je verslag.
Doe je jas aan.
Heb je je rijbewijs?
Vergeet je paraplu niet.
Vergeet je reispas niet.
Bel je broer.
Denk aan jouw broer.
Ik heb je vader gekend.
Wie heeft jouw pas?
Ik ken je vriend.
Luister naar je vader.
Je hebt je trui binnenstebuiten aan!
Mijn noodlot ligt in uw handen.
- Ik heb gisteren je brief gekregen.
- Ik heb gisteren uw brief gekregen.
- Ik zag jouw broer eergisteren.
- Ik zag jullie broer eergisteren.
Heb uw naaste lief.
Ik heb je asbak gebroken.
Bedankt voor je brief.
Ik zal uw rapport bestuderen.
- Doe je rechtermouw omhoog.
- Rol je rechtermouw omhoog.
Kan ik uw föhn lenen?
- Zeg je vrienden gedag.
- Neem afscheid van uw vrienden.
Vertel me alsjeblieft je naam.
Doe je mond wijd open.
- Schoenmaker, blijf bij je leest.
- Schoenmaker, blijf bij uw leest.
- Schoenmaker, houd u bij uw leest.
- Ik heb uw vriend ontmoet.
- Ik heb je vriend ontmoet.
Vergeet je collegekaart niet mee te nemen.
Hoe gaat het met je ouders?
Eet je spinazie helemaal op.
Hoe spel je je achternaam?
- Laat mij uw bloeddruk meten.
- Laat mij je bloeddruk meten.
Heb je je laptop bij je?