Examples of using "Fremden" in a sentence and their dutch translations:
Wij vertrouwen geen vreemdelingen.
Neem geen snoep van vreemden aan.
- De hond blafte naar de onbekende.
- De hond heeft naar een vreemde geblaft.
Ik vertrouw vreemdelingen niet.
Het was mijn eerste nacht tussen vreemden.
Engelse mensen praten zelden met vreemden in de trein.
Deze hond is afgericht om te blaffen naar vreemden.
Buitenlanders zijn vermakelijk.
Ze had er nooit van gedroomd hem in een vreemd land te ontmoeten.