Translation of "Engländer" in Dutch

0.005 sec.

Examples of using "Engländer" in a sentence and their dutch translations:

Er ist Engländer.

Hij is een Engelsman.

Er war Engländer.

Hij was Engels.

- Sind sie keine Engländer?
- Sind sie etwa keine Engländer?

- Zijn dat geen Engelsmannen?
- Zijn dat geen Engelsen?

„Nein“, wiederholte der Engländer.

"Nee," herhaalde de Engelsman.

Nein, ich bin Engländer.

Nee, ik ben een Engelsman.

David Beckham ist Engländer.

David Beckham is Engels.

Sind sie keine Engländer?

- Zijn dat geen Engelsmannen?
- Zijn dat geen Engelsen?

Tom ist kein Engländer.

Tom is geen Engelsman.

Engländer sind im Allgemeinen konservativ.

Engelsen zijn over het algemeen conservatief.

Er ist kein Amerikaner, sondern Engländer.

Hij is niet Amerikaans maar Engels.

- Er ist Engländer, aber er lebt in Indien.
- Er ist Engländer, aber wohnt in Indien.

Hij is Engelsman, maar woont in India.

Als Engländer haben wir dort drüben gesprochen!

als Engelsman spreken we daarginds!

Engländer sprechen im Zug selten mit Fremden.

Engelse mensen praten zelden met vreemden in de trein.

Er ist kein US-Amerikaner, sondern Engländer.

Hij is niet Amerikaans maar Engels.

Peter ist Engländer. Ist auch Susanne Engländerin?

Peter is Engels. Is Susan ook Engels?

- Nein, ich bin Engländer.
- Nein, ich bin Engländerin.

Neen, ik ben Engels.

Er ist Engländer, aber er lebt in Indien.

Hij is Engelsman, maar woont in India.

Das Haus ist für den Engländer seine Burg.

Het huis van een Engelsman is zijn kasteel.

- Wie würdest du einen US-Amerikaner von einem Engländer unterscheiden?
- Wie würdest du einen Amerikaner von einem Engländer unterscheiden?

Hoe zou jij een Amerikaan van een Engelsman onderscheiden?

Es ist selten, dass Engländer im Zug Fremde ansprechen.

- Engelsen spreken heel zelden onbekenden aan in de trein.
- Engelse mensen praten zelden met vreemden in de trein.

Die Engländer haben viele Wörter aus dem Französischen übernommen.

Het Engels heeft veel woorden uit het Frans overgenomen.

Wie würdest du einen Amerikaner von einem Engländer unterscheiden?

Hoe zou jij een Amerikaan van een Engelsman onderscheiden?

Als der Engländer diese letzte Frage hörte, traute er seinen Ohren nicht.

Toen de Engelsman deze laatste vraag hoorde, vertrouwde hij zijn oren niet.

Im September wurden Drake und seine Männer die erste Engländer, die den Pazifik erreichten ... wo

In september waren Drake en zijn mannen de eerste Engelsen die de Stille Oceaan bereikten ...

Es war eine Katastrophe für die Norweger, aber es war auch eine Katastrophe für die Engländer,

Het was een catastrofe voor de Noren, maar ook voor de Engelsen was het een catastrofe,

Ich sage Ihnen, dass er ein schlechter General ist, dass die Engländer schlechte Truppen sind, und dies wird vorbei

Ik zeg je dat hij een slechte generaal is, dat de Engelsen slechte troepen zijn, en dit zal

Ein Engländer, ein Belgier und ein Holländer gehen in eine Kneipe und setzen sich an den Tresen. Sagt der Wirt: "Moment mal, soll das ein Witz sein?"

Een Engelsman, een Belg en een Nederlander gaan een café binnen en nemen plaats aan de toog. Zegt de barkeeper: "Wacht even, is dit een mop of zo?"