Examples of using "Monta" in a sentence and their dutch translations:
De docent rende de trap op.
Tom liep de trap op.
Hij klom snel naar de top.
- Tom stapte het vliegtuig in.
- Tom ging aan boord van het vliegtuig.
Hij haastte zich om in zijn auto te zijn.
Hij glimlachte naar ons en stapte in de trein.
- Tom ging aan boord.
- Tom is aan boord gegaan.
Hij trok zijn bontjas beneden uit, ging naar boven en klopte zachtjes op de deur.
Hij trok zijn bontjas beneden uit, ging naar boven en klopte zachtjes op de deur.