Examples of using "L'acheter " in a sentence and their dutch translations:
Wil je het kopen?
- Koop je het?
- Ga je het kopen?
Ik was het ermee eens het te kopen.
Hij heeft haar aangeraden het te kopen.
Als ik geld had, kon ik het kopen.
Het is te koop in elke boekhandel.
Ik had dat elektrisch scheerapparaat moeten proberen voordat ik het kocht.
- Ik wil een auto kopen maar ik heb er geen geld voor.
- Ik wil graag een auto maar ik heb geen geld om er een te kopen.
- Die gitaar is zo duur dat ik hem niet kan kopen.
- Die gitaar is zo duur dat ik ze niet kan kopen.
Ik kan dit niet kopen omdat ik niet genoeg geld heb.
- Die gitaar is zo duur dat ik hem niet kan kopen.
- Die gitaar is zo duur dat ik ze niet kan kopen.