Examples of using "Avant" in a sentence and their dutch translations:
Eerst denken, dan handelen!
Schudden voor gebruik.
Eerst denken, dan handelen!
Bezint voor je begint.
- Voordat je gaat eten?
- Voordat u gaat eten?
- Je kwam hier eergisteren?
- Ben je eergisteren gekomen?
vertel ik je nog even dit:
Tot vanavond.
...tot het nacht is.
- Ga je gang.
- Ga uw gang.
Schudden voor gebruik.
Eerst denken, dan handelen!
Hij is gestorven voor mijn aankomst.
Kam uw haar voordat ge buiten gaat.
Het ongeluk is eergisteren gebeurd.
- Ik ben voor de anderen aangekomen.
- Ik kwam vóór de anderen aan.
Gelieve te kloppen alvorens binnen te gaan.
Vóór de 17e eeuw
Plicht gaat voor alles.
Eerst denken, dan zeggen.
Kerstmis valt vroeg dit jaar!
Doe het opnieuw, net zoals eerder.
Ik ben voor de anderen aangekomen.
Tom ging eergisteren.
- Eerst wassen alvorens te dragen.
- Eerst wassen voor het dragen.
Hij weifelde voordat hij antwoordde.
Hij kwam vóór acht uur terug.
Veeg uw voeten voor het binengaan.
Betty zal voor de middag kunnen komen.
Kom voor zeven uur naar hier.
Niet voor morgenmiddag.
Denk na voordat je handelt.
Ik kom terug voor zes uur.
Ik heb hem eergisteren ontmoet.
- Het ongeluk is eergisteren gebeurd.
- Het ongeluk vond eergisteren plaats.
Ik bel je voor ik kom.
Mijn voorlicht is kapot.
- Hij weifelde voordat hij antwoordde.
- Hij aarzelde voordat hij antwoordde.
Hij zette een stap vooruit.
Was je handen voor het eten.
Ga weg voordat ze je hier zien.
Waarom sta je op voor dat je wakker wordt?
- Eet je soep voor hij koud wordt.
- Eet je soep voor zij koud wordt.
- Denk voor je spreekt.
- Eerst denken, dan zeggen.
Laten we hier wegwezen voordat de politie komt.
Een voorproefje van ruwe data
En ongeveer zes maanden voor ze stierf,
Dat is de stilte voor de storm.
Poets je schoenen vooraleer weg te gaan.
Ze zijn daar eergisteren vertrokken.
Hoelang nog tot het avondeten?
Eergisteren is hij naar Londen afgereisd.
Ook de toekomst was vroeger beter.
De gijzelaars zullen voor Kerstmis worden vrijgelaten.
Ik zal reeds vertrokken zijn wanneer jij terug komt.
Hij kwam vóór acht uur terug.
Ze is voor acht uur teruggekomen.
Dat is mij nooit eerder opgevallen.
We zullen weldra de waarheid weten.
Ooit bevond zich in dit gebouw een ziekenhuis.
Boor de put alvorens dorst te hebben.
Tom heeft me nooit eerder geslagen.
Kerstmis is over enkele dagen.
Er zijn nog drie dagen tot Kerstmis.
Hij weifelde voordat hij antwoordde.
Toms verjaardag was eergisteren.
Ik ben al eens in Londen geweest.
Voor de oorlog ging ik naar Europa.
De trein zal voor 12 uur aankomen op het station.
Hoelang nog tot het avondeten?
Ik ga de was binnenhalen voordat het gaat regenen.
Hij stierf enkele dagen voor zijn honderdste verjaardag.
Waarom heb je niet gebeld vooraleer te komen?