Examples of using "D'aujourd'hui " in a sentence and their dutch translations:
Heb je de krant van vandaag gelezen?
- Hebben jullie de krant van vandaag al gelezen?
- Heeft u de krant van vandaag al gelezen?
- Heb je de krant van vandaag al gelezen?
Heb je de krant van vandaag al gelezen?
Wie is de gastheer van het feestje van vandaag?
Heeft Paula voor de test van vandaag gestudeerd?
Zijn er vandaag brieven voor mij in de post?
„Geen goed nieuws in de krant van vandaag?” „Neen, niets bijzonders.”
Heb je de krant van vandaag gelezen?