Examples of using "Fête" in a sentence and their dutch translations:
Fijne Onafhankelijkheidsdag!
Wat een interessant feestje!
Het feestje was echt leuk.
Gelukkige Moederdag!
Fijne Vaderdag!
Laat het feest beginnen.
Laten we feesten.
Laten we gaan feesten.
- Het feest was een groot succes.
- Het feest was een compleet succes.
- Het feest was een gigantisch succes.
Ik heb hen uitgenodigd voor het feest.
Tanabata wordt gevierd in juli.
- Ga je naar het feest?
- Ga je het feest bijwonen?
Ik vier geen Kerstmis.
Het feest was heel saai.
- Kerst is mijn favoriete feestdag.
- Kerstmis is mijn favoriete feestdag.
Gelukkig Moon Festival!
Vandaag is een nationale feestdag.
Daar is het feestje.
- Tom viert geen Kerstmis.
- Tom viert geen kerst.
Viert Vera Pasen?
- Het feest was een groot succes.
- Het feest was een compleet succes.
- Het feest was een gigantisch succes.
- Wie heeft je uitgenodigd voor het feest?
- Wie heeft u uitgenodigd voor het feest?
- Wie heeft jullie uitgenodigd voor het feest?
Ik heb hen uitgenodigd voor het feest.
Ik ben uitgenodigd voor dit feest.
Morgen is het Moederdag.
- Ik ben aan het vieren.
- Ik ben aan het feestvieren.
Het is vandaag Moederdag.
Toms feestje was saai.
Ik heb haar op het feestje gezien.
- Het feest was een groot succes.
- Het feest was een gigantisch succes.
Tom was niet op het feestje.
Ik heb het feestje te vroeg verlaten.
Het feest was een gigantisch succes.
Het feest is nog maar net begonnen.
Ik nodigde haar uit voor het feestje.
Tom wil op ons feest komen.
Vrolijke St. Patrick's Day.
Het was een luidruchtig feest gisterenavond.
- Waarom heb je Tom uitgenodigd voor het feestje?
- Waarom hebben jullie Tom uitgenodigd voor het feestje?
Anne zal niet op ons feest komen.
Jim komt ook naar het feest.
Zal ik naar het feest gaan?
Veel plezier op het feestje, John.
Ik heb hen uitgenodigd voor het feest.
Op het feest was iedereen goed gekleed.
Het feest was een gigantisch succes.
Overmorgen hebben ze een feest.
Het feest was helemaal niet mooi.
Ze hadden het naar hun zin op het feest.
Wie is de gastheer van het feestje van vandaag?
We waren allemaal aanwezig op het feest.
Zijn verjaardagfeest zal morgenavond gevierd worden.
Ik ga niet naar het feest.
- Het feest eindigde om negen uur.
- Het feestje was gedaan om negen uur.
Het feest gisteren was veel te luidruchtig.
- Zul je een kerstfeestje houden bij jou thuis?
- Zult u een kerstfeestje houden bij u thuis?
- Zullen jullie een kerstfeestje houden bij jullie thuis?
Spring erin; het water is heerlijk.
Ik trok mijn lievelingsjurk aan naar het feest.
Het feest eindigde om tien uur.
Hij moet een toespraak houden tijdens het feest.
Hebben jullie je vermaakt op het feest gisteren?
We feestten tot in de kleine uurtjes.
Ik hoop dat je naar mijn verjaardagsfeestje zal komen.
Op de verjaardagstaart staan twaalf kaarsjes.
Het kan niet altijd feest zijn!
Op drie maart is er een poppenfestival.
We gaan vanavond een afscheidsfeestje voor hem geven.
Tom zegt dat hij niet naar ons feestje komt.
Niemand heeft bestek naar het feest meegenomen.
- Waarom heb je Tom uitgenodigd voor het feestje?
- Waarom hebben jullie Tom uitgenodigd voor het feestje?
Kerstmis is beslist mijn favoriete feestdag.
We hadden een groot kerstfeest.