Translation of "Steak" in Dutch

Is this steak done?

Is deze steak gebakken?

The steak is well done.

- De steak is goed doorbakken.
- De steak is bien cuit.

I want to eat steak.

Ik wil biefstuk eten.

That was a good steak.

Dat was een goede biefstuk.

I like my steak rare.

- Ik heb mijn biefstuk graag rood.
- Ik heb mijn biefstuk graag kort gebakken.
- Ik heb mijn biefstuk graag saignant.

This steak is too tough.

Deze biefstuk is te taai.

I like my steak medium.

- Ik heb mijn biefstuk graag medium gebakken.
- Ik heb mijn biefstuk graag medium.

How do you want your steak?

- Hoe wil je je biefstuk?
- Hoe wilt u uw biefstuk?
- Hoe willen jullie je biefstuk?

- Do we all need to be here tomorrow?
- Tom and Mary are going to have steak and potatoes for dinner.

Moeten we hier morgen allemaal zijn?