Examples of using "Was" in a sentence and their dutch translations:
Dat was onvermijdelijk.
Tom was aan het huilen.
Het was makkelijk.
Ik was verward.
Tom was dronken.
Tom was moe.
- Er was niemand daar.
- Er was niemand aanwezig.
- Er was daar niemand.
omdat ze zo perfectionistisch was.
Ik was woedend.
Tom was bang.
Tom was ontvoerd.
Dat was interessant.
Hij was moe.
Tom was dolgelukkig.
Het was fascinerend.
- Dat was onverwacht.
- Dat kwam onverwacht.
Ik was onder de indruk.
Ik had gelijk.
Ze was jong.
Ik maakte een grapje.
Alles was goed.
Ik stond paf.
Tom maakte gebaren.
Tom was dapper.
Het was ijskoud!
Ik schaamde me.
Tom was bang.
Luisterde er iemand?
Tom was verlegen.
Het was persoonlijk.
Tom was moe.
Het was makkelijk.
Ik werd ontslagen.
Ik was ziek.
Ik was ontroerd.
- Layla schreeuwde.
- Layla gilde.
Tom was verontwaardigd.
Iedereen huilde.
Er was overal afval.
Tom was dronken.
Luisterde iedereen?
Zij had gelijk.
Tom was zich ervan bewust dat Maria loog.
Tom maakte een grapje.
Mary was blij.
Tom was meedogenloos.
Ze was een kind, maar ze was dapper.
- Er was niemand daar.
- Er was niemand aanwezig.
- Er was daar niemand.
Gisteren was het bewolkt.
Ik ben blij dat ik er was.
Hoewel hij nog maar een kind was, was hij heel moedig.
Dit was mijn fout.
Ik maakte maar een grapje.
werd gemotiveerd.
bij de rage van Frozen.
Ook al was ze een vrouw, ze was dapper.
Gisteren was het zondag.
Ze kreeg promotie.
Gisteren was het koud.
Tom werd ontslagen.
- Het was heet gisteren.
- Gisteren was het heet.
Ik was thuis.
- Hij was gelukkig, hoewel ook arm.
- Hij was gelukkig ondanks dat hij arm was.
Ik had geen rooie cent.
Tom was de laatste.
Hoe was het?
Hoe was de les?
Gisteren was het bewolkt.
Was er iemand hier toen ik weg was?
Ze was mooi toen ze jong was.
Gisteren was het vrijdag.
Mijn hart was gebroken.
Ik was beroemd toen ik jonger was.
Tom was degene die reed.
- Er was niemand aanwezig.
- Er was daar niemand.
Ik was woedend.
- Er was niemand.
- Er was niemand aanwezig.
- Er was daar niemand.
Het miezerde.
- Wiens idee was dit?
- Wiens idee was het?
- Wiens idee was dat?
- Er was een doodse stilte.
- Er was doodse stilte.
- Er was volledige stilte.
- Er heerste doodse stilte.
- Het was heet gisteren.
- Gisteren was het heet.
Dat was een leugen.