Examples of using "Tom" in a sentence and their dutch translations:
- Hallo, Tom.
- Hallo, Tom!
Hallo, Tom!
Tom snoof.
Tom schreeuwde.
Tom sprak.
Tom kreunde.
Tom droomde.
Tom beefde.
Tom ziet er droevig uit.
Hallo, Tom.
Tom is weggegaan.
Tom stopte.
Tom zuchtte.
Tom kreunde.
Tom luisterde.
Tom gniffelde.
Tom boerde.
- Tom stotterde.
- Tom heeft gestotterd.
- Tom grijnsde.
- Tom grinnikte.
- Tom heeft gegrijnsd.
- Hallo, Tom.
- Hallo, Tom!
- Tom belde.
- Tom riep.
- Tom grijnsde.
- Tom trekkebekte.
Tom schreeuwde.
Tom spuugde.
Tom sprak.
Tom verdween.
Hallo, Tom.
- Tom applaudisseerde.
- Tom klapte.
Tom grinnikte.
- Tom schildert.
- Tom schildert!
Tot ziens, Tom.
Tom schold.
Tom droomde.
Tom is verhuisd.
- Tom werd bewusteloos.
- Tom viel flauw.
- Tom houdt hiervan.
- Tom vindt dat leuk.
Tom is knap.
Tom is verdwenen.
Tom kwijlde.
Tom spreekt.
- Goedenacht, Tom.
- Goedenacht, Tom!
Tom heeft teruggevochten.
- Tom is weggelopen.
- Tom rende weg.
Tom ging niet akkoord.
Tom trad af.
- Tom werd bewusteloos.
- Tom viel flauw.
Hoe gaat het met Tom?
Tom was oprecht.
Tom is niet in orde
Tom ziet er droevig uit.
Ik heet Tom.
- Tom bleef stil.
- Tom zweeg.
Tom werd woedend.
Dat is Tom niet.
Ik ben Tom.
Tom ziet er uitgeput uit.
Tom heeft meteen geantwoord.
Tom begon te huilen.
Tom werd ontslagen.
Tom.
Schiet op, Tom.
Tom overdrijft.
- Tom sliep.
- Tom was aan het slapen.
Tom schreeuwt.
Waar is Tom?
Hoe gaat het met Tom?
- Ik ben Tom.
- Ik heet Tom.
Tom zwemt.
Wie is Tom?
Tom reed.
Vergeet Tom.
Tom speelde vals.
Tom was aan het snikken.
Tom is aangekomen.
Kom eindelijk, Tom!
Tom schilderde.
Tom gaf over.
- Tom heeft gewerkt.
- Tom werkte.
Tom heeft gefaald.
- Tom aarzelde.
- Tom twijfelde.
- Tom is veranderd.
- Tom veranderde.
Tom wist het.