Translation of "Want" in Dutch

0.009 sec.

Examples of using "Want" in a sentence and their dutch translations:

- I want to want.
- I wanna want.

- Ik wil liefhebben.
- Ik wil hebben.

- They want that.
- They want it.
- They want him.

- Ze willen dat.
- Dat willen ze.

- I want one!
- I want one.

- Ik wil er één!
- Ik wil er eentje!

- I want revenge.
- I want vengeance.

Ik wil wraak.

- I want it.
- I want that.

Ik wil het.

Want one?

- Wil je er een?
- Wilt u er een?
- Wil je er eentje?
- Wilt u er eentje?

- I want some water.
- I want water.

Ik wil water.

- You want this?
- Do you want this?

- Wil je dit?
- Wilt u dit?
- Willen jullie dit?

- I want coffee.
- I want a coffee.

Ik wil een kop koffie.

- I want this one.
- I want these.

Ik wil deze.

- I want some milk.
- I want milk.

Ik wil melk.

- Do you want anything?
- Do you want something?

- Wens je iets?
- Wil je iets?

- I want a book.
- I want the book.

Ik wil een boek.

- I don't want it.
- I don't want that.

- Dat wil ik niet.
- Ik wil dat niet.

- I want to die.
- I want to die!

Ik wil sterven.

- I want to win.
- We want to win.

Ik wil winnen.

- I want to cry.
- I want to cry!

- Ik zou willen wenen.
- Ik wil huilen.

- I didn't want that.
- I didn't want it.

- Ik wilde het niet!
- Ik wilde dat niet.

- I didn't want it!
- I didn't want it.

Ik wilde het niet!

- I want to eat pizza.
- I want pizza.

Ik wil pizza.

- Do you want an apple?
- Want an apple?

Wil je een appel?

- Do as you want.
- Do whatever you want.

Doe wat je goed lijkt.

- I really want this.
- I really want that.

Ik wil dit echt.

- I didn't want that.
- I didn't want this.

Ik wilde dat niet.

- Do you want some pizza?
- Want some pizza?

Wil je wat pizza?

- I want my purse.
- I want my bag.

Ik wil mijn tas.

- You want to go?
- Do you want to go?
- Do you want to leave?

- Wil je weg?
- Wil je gaan?

I want you.

Ik wil jou.

I want it.

Ik wil het.

I want snow.

Ik wil sneeuw.

I want water.

Ik wil water.

If you want.

- Als ge wilt.
- Als je wilt.

I want money.

Ik wil geld.

They want more.

- Ze willen meer.
- Zij willen meer.

We want justice.

- We willen gerechtigheid.
- We willen rechtvaardigheid.

I want another.

Ik wil er nog een.

I want kids.

Ik wil kinderen hebben.

I want Mary.

Ik wil Maria.

I want them.

- Ik wil ze hebben.
- Ik wil ze.

We want Tom.

Wij willen Tom.

I want facts.

Ik wil feiten.

We want candy.

- We willen snoep.
- Wij willen snoep.

We want peace.

- We willen vrede.
- Wij willen vrede.

I want details.

Ik wil details.

I want children.

Ik wil kinderen.

I want peace.

Ik wil vrede.

They want paraffin.

Ze willen paraffine.

I want these.

Ik wil deze.

They want peace.

- Ze willen vrede.
- Zij willen vrede.

They want water.

Ze willen water.

We want information.

We willen informatie.

I want more.

Ik wil meer.

I want coffee.

Ik wil koffie.

You want this?

Wilt u dit?

I want Tom.

Ik wil Tom.

We want answers.

We willen antwoorden.

We want meat.

Wij willen vlees.

I want eggs.

Ik wil eieren.

I want justice.

- Ik wil gerechtigheid.
- Ik wil rechtvaardigheid.

I want mine.

Ik wil de mijne.

They want this.

Ze willen dit.

I want bread.

Ik wil brood.

We want it.

We willen het.

I want pizza!

Ik wil pizza!

They want that.

- Ze willen dat.
- Dat willen ze.

I want pizza.

Ik wil pizza.

I want chocolate!

- Ik wil chocolade!
- Ik wil chocola!

I want this.

Ik wil dit.