Translation of "Loan" in Dutch

0.009 sec.

Examples of using "Loan" in a sentence and their dutch translations:

I need a loan.

Ik heb een lening nodig.

- I do not need a loan anymore.
- I no longer need a loan.

Ik heb geen krediet meer nodig.

Could you loan me thirty dollars?

Kun je me dertig dollar lenen?

English has many loan words from French.

Het Engels heeft veel woorden uit het Frans overgenomen.

Mary asked her family for a loan.

- Marie vroeg haar familie om een lening.
- Marie heeft haar familie om een lening gevraagd.
- Marie heeft een lening aangevraagd bij haar familie.
- Marie vroeg een lening aan bij haar familie.

Tom certainly won't ever get another loan from me.

Ik ben er zeker van dat Tom nooit nog een andere lening van me zal krijgen.

Read the fine print whenever you take out a loan.

Als je een lening aangaat, lees dan zeker de kleine lettertjes.

My father gave me a small loan of three million dollars.

Mijn vader gaf me een kleine lening van drie miljoen dollar.