Examples of using "Loan" in a sentence and their dutch translations:
Ik heb een lening nodig.
Ik heb geen krediet meer nodig.
Kun je me dertig dollar lenen?
Het Engels heeft veel woorden uit het Frans overgenomen.
- Marie vroeg haar familie om een lening.
- Marie heeft haar familie om een lening gevraagd.
- Marie heeft een lening aangevraagd bij haar familie.
- Marie vroeg een lening aan bij haar familie.
Ik ben er zeker van dat Tom nooit nog een andere lening van me zal krijgen.
Als je een lening aangaat, lees dan zeker de kleine lettertjes.
Mijn vader gaf me een kleine lening van drie miljoen dollar.