Examples of using "Insist" in a sentence and their dutch translations:
Kom binnen. Ik sta erop.
- Ik sta erop dat je aanwezig bent.
- Ik sta erop dat u aanwezig bent.
Als je erop staat, drink ik er nog een.
Waarom dring je aan? Ik heb reeds 'neen' gezegd!
Sorry maar ik moet aandringen, ik moet hem spreken.
- Waarom streef je ernaar om zelf de schoolkosten te betalen, terwijl je ouders klaar staan om je financiƫle steun te geven?
- Waarom wil je per se je schoolkosten zelf betalen, terwijl je ouders bereid zijn je financieel te steunen?