Examples of using "Said" in a sentence and their dutch translations:
- Dat heb ik gezegd.
- Ik zei dat.
Ik heb alles gezegd.
Dat zei ze.
Ze zeiden:
Zegt wie?
Dat heb ik nooit gezegd.
Tom zei dat hij zou wachten.
Dat heb ik nooit gezegd.
Dat heb ik nooit gezegd!
Ik zei toch sorry.
- Dat zei ik.
- Dat is wat ik zei.
Het is waar, zei John.
Ik heb dat nooit gezegd!
Tom zei dat hij zou helpen.
Tom zei dat hij zou wachten.
zei de Reus.
En ze zeiden:
"Kijk," zei ze.
- Dat heb ik gezegd.
- Ik zei het toch.
Hij heeft ja gezegd.
- Ze nam afscheid.
- Ze zei vaarwel.
Tom zei nee.
Hij zei niets.
Ik heb alles gezegd.
Ik zei nee!
Tom zei dat.
Precies!
- Wie zei dat?
- Wie heeft dat gezegd?
Sami zei ja.
Ik zei "stop!"
Ik zei dat.
Ze zei dat iedereen op haar school het woord gebruikte.
Ik had iets moeten zeggen.
Ze zeiden dat ze dorst hebben.
Gemakkelijker gezegd dan gedaan.
Ik zou dat gezegd moeten hebben.
Ik zei toch sorry.
Ik zou er iets van gezegd hebben.
Ik zou ja hebben gezegd.
Ik zou nee hebben gezegd.
Gemakkelijker gezegd dan gedaan.
Tom zei dat hij geïrriteerd is.
Hij zei 'laat me met rust.'
Tom zei dat hij het niet wist.
Tom zegt dat hij het niet druk heeft.
John zei: "Dat is een mooie melodie."
- Enkelen van hen zeiden ja, en de anderen neen.
- Enkelen van hen zeiden ja, anderen zeiden neen.
Hij zei 'laat me met rust.'
Hij zei 'laat me met rust.'
Toen ze het zei,
En toen zei hij:
en zei in plaats daarvan het volgende:
"Hallo," zei Tom al glimlachend.
"Niet huilen," zei ze.
Hij zei "hallo".
- Dat is wat zij zei.
- Dat is wat ze zei.
"Dat klopt", zei John.
"Piep", zei de muis.
Vergeet wat ik zei.
"Vertrouw me", zei hij.
Ik zei goedemorgen.
Dat heeft ze zelf gezegd.
Dat zeggen we niet meer.
Ik zei nee!
Ik zei toch sorry.
Tom zei niets.
Ik zou er iets van gezegd hebben.
- Dat zei ik.
- Dat is wat ik zei.
Hij vertelde de waarheid.
Ik zei, hou je kop!