Examples of using "Why" in a sentence and their dutch translations:
"Waarom?" "Waarom niet?"
waarom?
"Waarom?"
Tuurlijk, waarom niet?
"Waarom?" "Ik weet niet waarom."
Vertel hem waarom.
- Waarom is dit gebeurd?
- Waarom gebeurde dit?
- Waarom heb je niet geantwoord?
- Waarom antwoordde je niet?
Waarom minimalistisch?
Daarom...
Waarom ik?
Waarom niet?
- Wel ja, toe maar!
- Wow!
Waarom nu?
- Echt? Waarom?
- Echt? Hoezo?
Maar waarom?
Ja, waarom?
Nee, waarom?
Waarom dan?
Waarom Algerije?
Niemand weet waarom.
Nu weet ik waarom.
- Waarom geef je geen antwoord?
- Waarom geeft u geen antwoord?
- Waarom geven jullie geen antwoord?
- Waarom antwoord je niet?
- Waarom antwoordt u niet?
- Waarom antwoorden jullie niet?
Waarom vraag je dat?
Waarom was je laat?
Waarom ben je gestopt?
Waarom lieg je?
Waarom ik altijd?
- Waarom vraag je dat?
- Waarom vraagt u dat?
- Waarom vraag je?
- Waarom vraagt u?
- Waarom vragen jullie?
Mag ik naar de reden vragen?
Waarom antwoordt niemand?
Waarom rennen we?
Nu weet ik waarom.
Waarom gebeurt dit?
Ik weet waarom.
Waarom studeer je?
Waarom gebeurde dit?
Waarom is hij hier?
Waarom ben je boos?
- Waarom is dit gebeurd?
- Waarom gebeurde dit?
Waarom is ze hier?
- Waarom stopte ze?
- Waarom is ze gestopt?
Waarom doe je dit?
- Waarom heb je dit gedaan?
- Waarom deed je dat?
- Waarvoor heb je het gedaan?
Waarom dan de Aarde?
Tuurlijk, waarom niet?
Waarom ik altijd?
Joost mag het weten.
- Je weet waarom!
- Jullie weten waarom!
Ik vraag me af waarom.
Ja, waarom niet?
En hoezo niet?
Waarom Tom de schuld geven?