Examples of using "Already" in a sentence and their dutch translations:
Nu is het genoeg!
Nu al?!
Ik ben al klaar.
Het is al 11 uur.
Het is al 11 uur.
Ik ben nu al moe.
We hebben al gegeten.
Al gegeten?
Ik heb al betaald.
Het is al oktober.
Ik ben al klaar.
- Het is al zeven uur.
- Het is al 7 uur.
Ik heb dat al gedaan.
Hij is al vertrokken.
Het is al 11 uur.
al hebben gehad.
Nu is het genoeg!
Sterf nu!
Ok, goed dan!
Het is al donker.
- Hij is al vertrokken.
- Hij is al weg.
Hij is al weg.
- Heeft Lucy al gebeld?
- Heeft Lucy al getelefoneerd?
Ik ben al klaar.
Is het al dinsdag?
- Het is al zeven uur.
- Het is al 7 uur.
Ik ben al laat.
- Het is al elf uur.
- Het is al 11 uur.
Ze is al getrouwd.
Het is al 7 uur.
Dat weet ik al.
- Ik heb dat al gedaan.
- Dat heb ik al gedaan.
Ik heb al genoeg gedaan.
Het is al 4:00!
- Het is al zeven uur.
- Het is al 7 uur.
Dat had ik al gemerkt.
Ze zijn er al.
- Het is al zeven uur.
- Het is al 7 uur.
Ben je al weg?
Ik ben al klaar.
Heeft Lucy al getelefoneerd?
Ik heb me al verontschuldigd.
Ik heb al gegeten.
Hij is al getrouwd.
Het is al aan de gang.
Kom op nou!
Ik ben al klaar.
Ik ben nu al moe.
Tom weet het al.
We hebben al gegeten.
Ze wisten het al.
Ik heb me al ingeschreven.
Kom toch binnen!
Het is al laat.
Ik besta al.
Het is al oktober.
- Ik ben het al vergeten.
- Dat was ik al vergeten.
Het is al voorbij.
Jullie zijn al oud.
We hebben al betaald.
Het is al negen uur.
Ik heb al koffie gedronken.
- Ik heb het Tom al verteld.
- Dat heb ik Tom al gezegd.
Tom heeft mij al bedankt.
Tom is al thuis.
Hij is al vertrokken.
Ik heb dat al gedaan.
Het is al te laat.
Dat had ik al gedacht.