Translation of "Broek" in Portuguese

Dat is mijn broek.

- Estas são minhas calças.
- São as minhas calças.

Hoeveel kost die broek?

- Quanto custam estas calças?
- Quanto custa essa calça?

Deze broek is vies.

- Estas calças estão sujas.
- Essas calças estão sujas.

Waar is mijn broek?

Onde está a minha calça?

Dit is mijn broek.

Estas são minhas calças.

Was zijn broek gestreken?

As calças dele foram passadas?

Kan ik deze broek passen?

- Posso experimentar esta calça?
- Posso provar esta calça?

Hij droeg een rode broek.

- Ele estava usando calças vermelhas.
- Ele usava calças vermelhas.

- Wat hebt u met mijn broek gedaan?
- Wat heeft u met mijn broek gedaan?

O que você fez com a minha calça?

Hij deed een propere broek aan.

Ele vestiu uma calça limpa.

Hij had een rode broek aan.

Ele estava usando calças vermelhas.

Oh, mijn witte broek! Zij was nieuw.

Oh, minhas calças brancas! E elas eram novas!

- Wat zal ik aantrekken: een broek of een rok?
- Wat zou ik aandoen: een broek of een rok?

O que eu visto: calças ou uma saia?

Ik denk dat ik in mijn broek ga schijten.

Acho que vou me cagar.