Translation of "Beslissen" in German

Jij mag beslissen.

Okay, du entscheidest.

We beslissen samen.

- Wir treffen Entscheidungen gemeinsam.
- Wir entscheiden gemeinsam.

We moeten beslissen.

- Wir müssen einen Entschluss fassen.
- Wir müssen eine Entscheidung treffen.
- Wir müssen eine Wahl treffen.

We zullen beslissen.

Wir werden entscheiden.

Tom zal beslissen.

Tom wird entscheiden.

Snel beslissen. Kom op.

Entscheide schnell, los!

U hoeft alleen maar te beslissen.

Sie müssen nur eine Entscheidung treffen.

Laten we beslissen en in beweging blijven.

Entscheiden wir uns und gehen weiter.

Laat Tom beslissen wat je doen moet.

Lass Tom entscheiden, was du tun musst.

Ik kan niet in jouw plaats beslissen.

Ich kann nicht statt dir eine Entscheidung treffen.

U heeft drie seconden om te beslissen.

Sie haben drei Sekunden, um sich zu entscheiden.

Je hebt een half uur om te beslissen.

Du hast eine halbe Stunde, um dich zu entscheiden.

We vinden het moeilijk om te beslissen welke te kopen.

Wir finden es schwierig, uns zu entscheiden, welches wir kaufen sollen.

Ze zou het recht moeten hebben om zelf te beslissen.

Sie sollte das Recht haben, selbst zu entscheiden.

Zeggen dat ze willen beslissen of en wanneer ze zwanger worden

möchten gerne selbst entscheiden, ob und wann sie schwanger werden,

Maar hoe ga je beslissen wat belangrijk is en wat niet?

- Doch wie entscheiden Sie, was wichtig ist und was nicht?
- Aber wie willst du entscheiden, was wichtig ist und was nicht?
- Aber wie werdet ihr entscheiden, was wichtig oder nicht wichtig ist?

- Jij beslist.
- Jij bepaalt.
- U bepaalt.
- U beslist.
- Jullie bepalen.
- Jullie beslissen.

- Entscheide du.
- Du bestimmst.
- Sie entscheiden.

- U heeft drie seconden om te beslissen.
- Je hebt drie seconden om een beslissing te nemen.

- Du hast drei Sekunden, um eine Entscheidung zu treffen.
- Sie haben drei Sekunden, um sich zu entscheiden.

Je moet niet alleen meer ideeën hebben dan anderen, maar ook het vermogen hebben om te beslissen welke van deze ideeën goed zijn.

Man muss nicht nur mehr Ideen haben als andere, sondern auch die Fähigkeit besitzen, zu entscheiden, welche dieser Ideen gut sind.