Translation of "Laten" in German

0.022 sec.

Examples of using "Laten" in a sentence and their german translations:

Laten we haar alleen laten.

- Lassen wir sie doch allein.
- Lassen wir sie doch in Ruhe.

- Laten we gaan!
- Laten we gaan.

- Lasst uns gehen!
- Los jetzt!

- Laten we honkbal spelen.
- Laten we honkballen.
- Laten we honkbal spelen!

Lasst uns Baseball spielen.

- Laten we honkbal spelen.
- Laten we honkballen.

Lasst uns Baseball spielen.

- Laten we gaan eten.
- Laten we eten.

Essen wir etwas!

- Laten we gaan dineren.
- Laten we dineren.

- Lass uns zu Abend essen.
- Lasst uns zu Abend essen.

- Laten we vliegers oplaten.
- Laten we gaan kiten.
- Laten we gaan vliegeren.

Lasst uns Drachen steigen lassen.

- Laten we beginnen.
- Laten we dan maar beginnen.

- Dann fangen wir an.
- Also, fangen wir an!

- Laten we eerlijk zijn!
- Laten we het erkennen!

Seien wir ehrlich!

- Laten we ons vermaken.
- Laten we plezier hebben.

Lasst uns Spaß haben.

- Laten we beginnen.
- Laten we van start gaan.

- Fangen wir an!
- Lasst uns anfangen!
- Lass uns anfangen!

- Laten we vliegers oplaten.
- Laten we gaan vliegeren.

Lasst uns Drachen steigen lassen.

- Laten we een liedje zingen.
- Laten we zingen!

Lasst uns singen!

- Laten we weggaan.
- Kom op, laten we gaan.

Komm, wir gehen.

- Laten we dansen, lieverd!
- Laten we dansen, schat!

Lass uns tanzen, mein Liebling.

- Laten we ons bezatten!
- Laten we dronken worden.

- Lass uns saufen!
- Betrinken wir uns!

Laten we gaan.

Gehen wir.

Laten we doorgaan.

Immer weiterkriechen.

Laten we beginnen.

Dann legen wir los.

Laten we teruggaan.

Lass uns zurückgehen.

Laten we slapen.

Schlafen wir.

Laten we dansen.

Lass uns tanzen.

Laten we stemmen.

Lasst uns abstimmen.

Laten we gaan!

Lasst uns gehen!

Laten we dineren!

Lasst uns zu Abend essen.

Laten we ontbijten.

- Lass uns frühstücken!
- Lasst uns frühstücken!
- Lassen Sie uns frühstücken!

Laten we samenwerken.

- Arbeiten wir zusammen!
- Lass uns zusammenarbeiten.

Laten we onderhandelen.

Lasst uns verhandeln.

Laten we oefenen.

Lasst uns üben.

Laten we uitgaan.

Lass uns ausgehen!

Laten we relaxen.

Entspannen wir uns!

Laten we trouwen!

Wir sollten heiraten!

Laten we scheiden.

Lassen wir uns scheiden.

Laten we improviseren.

Lasst uns improvisieren.

Laten we luisteren.

Hören wir zu.

Laten we zingen!

- Lasst uns singen!
- Singen wir!

Laten we drinken.

Lasst uns trinken.

Laten we opstaan.

Stehen wir auf!

Laten we opsplitsen!

Teilen wir uns auf!

Laten we wachten.

Warten wir.

Laten we tennissen.

Lass uns eine Runde Tennis spielen.

Laten we wegwezen!

Los, wir hauen ab!

Laten we proberen.

Lass es uns versuchen.

- Laten we handen schudden.
- Laten we de hand schudden.

Reichen wir uns die Hände!

- Laten we het gewoon proberen!
- Laten we het proberen.

- Versuchen wir's!
- Lasst uns das versuchen.
- Versuchen wir es.
- Lasst es uns probieren!

- Kom op, laten we gaan!
- Vooruit, laten we vertrekken!

Los, lass uns gehen!

- Laten we wat gaan drinken.
- Laten we iets drinken.

Lass uns etwas trinken.

- Laten we met de trein gaan.
- Laten we de trein nemen.
- Laten we een trein nemen.

Lass uns den Zug nehmen.

- Laten we proberen.
- Laat ons proberen.
- Laten we het proberen.

- Lasst uns das versuchen.
- Versuchen wir es.

- Oké, laten we het proberen.
- Oké, laten we eens proberen.

- Gut! Versuchen wir’s!
- In Ordnung, versuchen wir's!

- Laten we binnenkort een gesprek voeren!
- Laten we binnenkort praten!

Lass uns bald sprechen!

- Laten we het meteen afmaken.
- Laten we dit snel afhandelen.

Erledigen wir das sofort.

- Laten we de rekening delen.
- Laten we de rekening splitsen.

Teilen wir uns die Rechnung.

- Laten we onze overwinning vieren!
- Laten we onze overwinning vieren.

Feiern wir unseren Sieg!

Laten we gaan kijken.

Lass uns nachsehen, was da los ist!

Laten we het proberen.

Also versuchen wir es!

Laten we dit proberen.

Okay, versuchen wir das einmal.

Laten we verder gaan.

Gehen wir weiter.

Oké, laten we gaan.

Okay, los geht es.

Laten we alles klaarzetten.

Okay, bereiten wir alles vor.

Laten we ze grijpen.

Ergreifen wir sie!

Laten we verder lopen.

Gehen wir weiter.