Translation of "Donder" in French

0.004 sec.

Examples of using "Donder" in a sentence and their french translations:

Donder op.

- Disparaissez.
- Dégage !
- Disparais !
- Dégage !
- Disparais !
- Décampez !
- Décampe !

De donder werd luider.

Le tonnerre se fit plus fort.

- Het donderde.
- De donder raasde.

Le tonnerre grondait.

- Rot op.
- Wegwezen.
- Donder op.
- Hoepel op.

- Casse-toi !
- Va te faire foutre !
- Fous le camp !
- Dégage !
- Casse-toi.
- Pars !
- Foutez le camp !
- Fous le camp !
- Pars d'ici.
- Va t'en !
- Disparais !
- Fiche le camp.
- Tire-toi de là.
- Casse-toi de là.
- Oust !
- Dégage.
- Fiche le camp d'ici.
- Déguerpissez.
- Bouge !
- Décampe !

Er was donder en bliksem vorige nacht.

Il y avait du tonnerre et des éclairs la nuit dernière.

- Scheer je weg!
- Hoepel op!
- Wegwezen.
- Donder op.

- Fiche le camp.
- Fichez le camp.
- Déguerpissez.
- Cassez-vous.
- Bouge !
- Décampez !
- Décampe !

- Rot op!
- Scheer je weg!
- Hoepel op!
- Wegwezen!
- Rot op.
- Donder op.

- Pars !
- Va t'en !
- Disparais !
- Oust !

Omdat licht sneller reist dan geluid zien we de bliksem voordat we de donder horen.

C'est parce que la lumière voyage plus vite que le son que nous voyons l'éclair avant d'entendre le tonnerre.

- Rot op!
- Scheer je weg!
- Ga weg!
- Hoepel op!
- Onder mijn ogen uit!
- Rot toch op!
- Wegwezen!
- Verdwijn!
- Rot op.
- Donder op.
- Ga toch weg!

- Casse-toi !
- Dégage !
- Casse-toi !
- Fiche le camp.
- Dégage.
- Décampe !

- Rot op!
- Scheer je weg!
- Ga weg!
- Hoepel op!
- Weg!
- Wegwezen!
- Weg van hier!
- Ga!
- Rot op.
- Lopen!
- Maak dat je wegkomt!
- Donder op.
- Vooruit.
- Loop weg!

- Dégage !
- Pars !
- Partez !
- Va !
- Vas-y !
- Allez-y !
- Marche !
- Bouge !

- Rot op!
- Scheer je weg!
- Ga weg!
- Hoepel op!
- Weg!
- Onder mijn ogen uit!
- Rot toch op!
- Wegwezen!
- Weg van hier!
- Verdwijn!
- Rot op.
- Donder op.
- Ga toch weg!

- Va te faire foutre !
- Casse-toi !
- Dégage !
- Fous le camp !
- Décampe !

- Rot op!
- Scheer je weg!
- Ga weg!
- Hoepel op!
- Onder mijn ogen uit!
- Rot toch op!
- Wegwezen!
- Verdwijn!
- Rot op.
- Eruit!
- Donder op.
- Ga toch weg!
- Maak dat u wegkomt!

Disparais !

- Rot op!
- Scheer je weg!
- Ga weg!
- Hoepel op!
- Weg!
- Onder mijn ogen uit!
- Rot toch op!
- Wegwezen!
- Weg van hier!
- Verdwijn!
- Lazer op!
- Rot op.
- Donder op.
- Ga toch weg!

Dégage !

- Rot op!
- Scheer je weg!
- Ga weg!
- Hoepel op!
- Weg!
- Onder mijn ogen uit!
- Rot toch op!
- Wegwezen!
- Weg van hier!
- Verdwijn!
- Rot op.
- Maak dat je wegkomt!
- Eruit!
- Donder op.

- Casse-toi !
- Dégage !

- Scheer je weg!
- Hoepel op!
- Buiten!
- Wegwezen!
- Weg van hier!
- Lazer op!
- Maak dat je wegkomt!
- Eruit!
- Donder op.
- Ga weg.
- Kom eruit.
- Scheer je weg.
- Maak dat u wegkomt!
- Ga weg hier.

- Casse-toi !
- Sors.
- Sortez !
- Fous le camp !
- Dégage !
- Disparais !
- Casse-toi.
- Dégagez !
- Sortez !
- Disparais !
- Dehors !
- Fiche le camp.
- Oust !
- Bouge !
- Décampez !
- Décampe !

- Rot op!
- Scheer je weg!
- Ga weg!
- Hoepel op!
- Weg!
- Onder mijn ogen uit!
- Rot toch op!
- Wegwezen!
- Weg van hier!
- Verdwijn!
- Rot op.
- Maak dat je wegkomt!
- Donder op.
- Ga toch weg!

Décampe !

- Rot op!
- Scheer je weg!
- Ga weg!
- Hoepel op!
- Weg!
- Onder mijn ogen uit!
- Wegwezen!
- Weg van hier!
- Verdwijn!
- Rot op.
- Maak dat je wegkomt!
- Eruit!
- Donder op.
- Loop weg!
- Maak dat jullie wegkomen.
- Maak dat u wegkomt.

- Casse-toi !
- Sortez !
- Fous le camp !
- Dégage !
- Disparais !
- Casse-toi !
- Pars !
- Partez !
- Sors !
- Sortez !
- Allez-vous en !
- Sors d'ici !
- Sortez d'ici !
- Du balai !
- Fichez le camp.
- Cassez-vous.
- Barrez-vous.
- Barre-toi.
- Va-t’en !

- Rot op!
- Scheer je weg!
- Ga weg!
- Hoepel op!
- Weg!
- Onder mijn ogen uit!
- Wegwezen!
- Weg van hier!
- Verdwijn!
- Lazer op!
- Rot op.
- Maak dat je wegkomt!
- Donder op.
- Loop weg!
- Maak dat jullie wegkomen.
- Maak dat u wegkomt!
- Ga weg hier.

- Va te faire foutre !
- Fous le camp !
- Pars !
- Dégage !
- Fous le camp !
- Pars d'ici.
- Va t'en !
- Disparais !
- Déguerpissez.
- Cassez-vous.
- Bouge !
- Décampez !
- Décampe !

- Scheer je weg!
- Ga weg!
- Hoepel op!
- Weg!
- Buiten!
- Onder mijn ogen uit!
- Wegwezen!
- Weg van hier!
- Verdwijn!
- Lazer op!
- Maak dat je wegkomt!
- Eruit!
- Donder op.
- Kom eruit.
- Weg met jou!
- Scheer je weg.
- Maak dat u wegkomt!
- Ga weg hier.

- Casse-toi !
- Sors.
- Sortez !
- Fous le camp !
- Dégage !
- Disparais !
- Casse-toi.
- Dégagez !
- Sortez !
- Dégage !
- Disparais !
- Dehors !
- Du balai !
- Fiche le camp.
- Oust !
- Vers l'extérieur !
- Fichez le camp !
- Décampez !
- Décampe !