Translation of "Wachtten" in English

0.004 sec.

Examples of using "Wachtten" in a sentence and their english translations:

We wachtten.

We waited.

Ze wachtten.

They waited.

We wachtten urenlang.

We’ve been waiting for hours.

We wachtten tot half drie.

We waited until 2:30.

Er wachtten hem veel problemen.

Many problems awaited him.

Vele mensen wachtten in de rij.

Many people were waiting in line.

Al Toms klasgenoten wachtten op hem.

All of Tom's classmates waited for him.

- Je wachtte.
- Jullie wachtten.
- U wachtte.

You waited.

We stonden voor de deur en wachtten.

We stood at the door and waited.

We wachtten lang, maar hij kwam niet.

- We waited long, but he didn't turn up.
- We waited a long time, but she didn't show up.

- We wachtten.
- We waren aan het wachten.

We were waiting.

- Jullie wachtten.
- Jullie waren aan het wachten.

You waited.

Haar vrienden wachtten op haar bij de poort.

- Her mates waited for her by the gate.
- Her friends waited for her by the gate.
- Her friend waited for her by the gate.

Zijn vrienden wachtten op hem bij het station.

His friends were waiting for him at the station.

Tom en zijn hond wachtten buiten op Maria.

Tom and his dog waited outside for Mary.

- We wachtten lang, maar hij kwam niet.
- We wachtten een tijdje, maar hij kwam niet.
- We hebben lang gewacht maar hij dook niet op.

We waited long, but he didn't turn up.

- Er wachtten hem veel problemen.
- Veel problemen stonden hem te wachten.

Many problems awaited him.

- De kinderen wachtten gretig op de eerste sneeuw omdat ze een sneeuwman wilden maken.
- De kinderen wachtten gretig op de eerste sneeuw om een sneeuwman te maken.

Wanting to build a snowman, the children eagerly awaited the first snow.

We hielden onze adem in en wachtten op de resultaten van het experiment.

We held our breath and waited for the result of the experiment.

De kinderen wachtten gretig op de eerste sneeuw om een sneeuwman te maken.

Wanting to build a snowman, the children eagerly awaited the first snow.

De kinderen wachtten gretig op de eerste sneeuw omdat ze een sneeuwman wilden maken.

Wanting to build a snowman, the children eagerly awaited the first snow.

- We wachtten lang, maar hij kwam niet.
- We hebben een lange tijd gewacht, maar ze daagde niet op.

We waited a long time, but she didn't show up.

De leraar vroeg me of ik klaar was en voegde eraan toe dat allen bij de schoolpoort op me wachtten.

The teacher asked me if I was ready, adding that everybody was waiting for me at the school gate.