Translation of "Drie" in English

We waren negen gijzelaars. Drie, drie en drie. Drie groepen.

We were nine hostages. Three, three and three. Three groups.

Drie ideeën, drie tegenstellingen.

Three ideas, three contradictions.

- Op drie!
- Bij drie!

On the count of three!

- Drie maal drie is negen.
- Drie vermenigvuldigd met drie is negen.

Three times three is nine.

Drie maal drie is negen.

Three times three is nine.

Nummer drie:

Number three:

Bijna drie.

- Almost three.
- Nearly three.

- Geef me drie.
- Geef me er drie.

Gimme three.

- Je hebt drie katten.
- U heeft drie katten.
- Jullie hebben drie katten.

You have three cats.

- U heeft drie problemen.
- Jullie hebben drie problemen.
- Je hebt drie problemen.

You have three problems.

- Je hebt drie woordenboeken.
- U heeft drie woordenboeken.
- Jullie hebben drie woordenboeken.

You have three dictionaries.

- We hebben drie kinderen.
- Wij hebben drie kinderen.

- We have three children.
- We have three kids.

- Tom dronk drie drankjes.
- Tom had drie drankjes.

Tom had three drinks.

Eén, twee, drie.

One... Two... Three.

Drie jaar geleden

Three years ago,

Tot half drie!

See you guys at 2:30.

Drie ijsjes, alstublieft.

Three ice-creams, please.

Drie koffie, graag.

Three coffees, please.

- Het is bijna drie uur.
- Het is bijna drie.

It is almost three.

- Ik wachtte drie uur.
- Ik heb drie uur gewacht.

- I waited three hours.
- I waited for three hours.

- Geef ons drie minuten.
- Geeft u ons drie minuten.

Give us three minutes.

- Tom ving drie vissen.
- Tom heeft drie vissen gevangen.

Tom caught three fish.

- Hij ving drie vissen.
- Hij heeft drie vissen gevangen.

He caught three fish.

- Ik ving drie vissen
- Ik heb drie vissen gevangen.

I caught three fish.

- Tom at drie bananen.
- Tom heeft drie bananen gegeten.

Tom ate three bananas.

- Meneer Suzuki heeft drie dochters.
- Mijnheer Suzuki heeft drie dochters.

Mr Suzuki has three daughters.

- Vier keer drie is twaalf.
- Vier maal drie is twaalf.

Four times three equals twelve.

- Heeft de flat drie slaapkamers?
- Heeft het appartement drie slaapkamers?

- Has the flat got three bedrooms?
- Does the flat have three bedrooms?

- Tom heeft nog drie honden.
- Tom heeft drie andere honden.

Tom has three other dogs.

- Ik heb drie broers en zussen.
- Ik heb drie broers.

I have three brothers.

- Kerstmis is over drie weken.
- Kerst is over drie weken.

Christmas is just three weeks from now.

- Tom sloeg drie keer toe.
- Tom heeft drie keer toegeslagen.

Tom struck out three times.

- Kom alsjeblieft om half drie.
- Kom alstublieft om half drie.

Please come at half past two.

Om drie belangrijke redenen:

for three significant reasons:

Er zijn er drie.

there are three.

Je hebt drie maanden.

"You have three months.

'de wet van drie'.

the rule of three,

Een, drie, vijf, zeven --

one, three, five, seven --

Ik heb drie neven.

I have three cousins.

Geef mij drie krijtjes.

Give me three pieces of chalk.

Jij hebt drie auto's.

You have three cars.

Ober, drie koffies, alstublieft.

Waiter, three coffees, please.

De drie haatten elkaar.

All three hated one another.

Hij had drie zoons.

He had three sons.

Hij heeft drie kinderen.

- He has three children.
- He has three kids.

Ik heb drie honden.

I have three dogs.

Ik heb drie camera's.

I have three cameras.

Drie weken gingen voorbij.

Three weeks went by.

Kies willekeurig drie boeken.

Choose three books at random.

We hebben drie minuten.

- We have three minutes.
- We've got three minutes.

We hebben drie uur.

- We've got three hours.
- We have three hours.

We hebben drie honden.

We have three dogs.

We hebben drie vliegtuigen.

- We have three airplanes.
- We have three planes.

Ik heb drie kinderen.

I have three children.

Wij hebben drie kinderen.

- We have three children.
- We have three kids.

Hij heeft drie dochters.

He has three daughters.

Hij heeft drie zonen.

- He has three children.
- He has three wires.
- He has three sons.

Zij heeft drie broers.

She has three brothers.

Wortels kosten drie dollar.

- The carrots cost three dollars.
- Carrots cost three dollars.

Hij heeft drie broers.

He has three brothers.

Ik heb drie katten.

I have three cats.

Ik heb drie zussen.

I have three sisters.

Ik heb drie zoons.

I have three sons.

Ik spreek drie talen.

I speak three languages.

Hij overleefde drie hartaanvallen.

He has lived through three heart attacks.

Tom heeft drie zussen.

Tom has three sisters.