Translation of "Veel" in English

0.008 sec.

Examples of using "Veel" in a sentence and their english translations:

Veel kinderen, veel handen.

More kids, more hands.

Hij die veel leest en veel wandelt, ziet veel en weet veel.

He who reads often and walks often, sees much and knows much.

- Veel geluk.
- Succes.
- Veel succes!

- Good luck!
- Break a leg!

Tom drinkt veel te veel.

- Tom really drinks too much.
- Tom drinks way too much.

- Veel succes!
- Succes!
- Veel geluk!

- Good luck.
- Good luck!

Hij mag veel te veel.

- They give him way too much freedom to do whatever he wants.
- They let him do way too much.

- Tom kocht veel te veel brood.
- Tom heeft veel te veel brood gekocht.

Tom bought way too much bread.

- Veel geluk.
- Succes.
- Veel succes!
- Toi toi toi!
- Veel geluk!

- Good luck.
- Good luck!

Of hebben veel te veel dieren.

or they're overflowing with animals.

Hij drinkt veel te veel bier.

He drinks far too much beer.

- Eet veel groenten.
- Eet veel groente.

Eat a lot of vegetables.

- Hij leest veel.
- Ze leest veel.

- He read a lot.
- He reads a lot.

- Zij rookt veel.
- Ze rookt veel.

She smokes a lot.

- We weten veel.
- Wij weten veel.

We know a lot.

Veel studenten hebben niet veel geld.

- Many university students don't have a lot of money.
- Many college students don't have a lot of money.

- Hij weet veel.
- Ze weet veel.

- He knows lots.
- He knows a lot.
- She knows a lot.

- Reist gij veel?
- Reist u veel?

- Do you travel a lot?
- Do you travel much?

Veel succes.

Good luck!

veel mensen.

a lot of people,

Veel plezier.

- Have fun.
- Enjoy yourselves.

Eet veel!

Eat a lot!

Veel plezier!

Have fun.

Veel geluk.

- Good luck.
- Good luck!

Veel leesgenot!

- Happy reading.
- Happy reading!

Wie veel eist, krijgt veel. Wie te veel eist, krijgt niets.

The one who demands much, gets much. The one who demands too much, gets nothing.

- Jullie werken te veel!
- Je werkt te veel.
- U werkt te veel.
- Jullie werken te veel.

You work too much.

- Het heeft veel gesneeuwd.
- Het sneeuwde veel.

It's snowed a lot.

- Ik wil veel.
- Ik zou veel willen.

I want a lot.

- Hij is veel veranderd.
- Hij veranderde veel.

He changed a lot.

- Ik volleybal veel.
- Ik speel veel volleybal

- I play volleyball a lot.
- I play a lot of volleyball.

- U heeft veel boeken.
- Jij hebt veel boeken.
- Jullie hebben veel boeken.

You have many books.

- Heb je veel pennen?
- Heeft u veel pennen?
- Hebben jullie veel pennen?

Do you have a lot of pens?

- Ge babbelt te veel.
- Je praat te veel.
- Je kletst te veel.

You chatter too much.

- Veel geluk.
- Succes.
- Veel succes!
- Toi toi toi!

- Good luck to you!
- Good luck.
- Break a leg!

- Ze praat te veel.
- Zij praat te veel.

She speaks too much.

- Tom heeft veel vrienden.
- Tom heeft veel vriendinnen.

- Tom has many friends.
- Tom has a lot of friends.

- Je praat te veel.
- Je kletst te veel.

You chatter too much.

- Hij las erg veel.
- Hij las echt veel.

He used to read a lot.

- Jullie werken te veel!
- Jullie werken te veel.

You work too much.

- Ubuntu bevat veel programma's.
- Ubuntu bevat veel software.

Ubuntu includes lots of software.

- Veel kinderen, veel handen.
- Meer kinderen, meer handen.

More kids, more hands.

- Veel succes!
- Succes!
- Toi toi toi!
- Veel geluk!

- Break a leg.
- Good luck!
- Break a leg!

- Zij heeft veel geld.
- Hij heeft veel geld.

She has a lot of money.

- Hij drinkt te veel.
- Hij zuipt te veel.

- He drinks too much.
- He drinks to excess.
- He boozes too much.

- Restaurants krijgen veel reserveringen.
- Restaurants krijgen veel reservaties.

Restaurants are getting many reservations.

Bij veel vogelsoorten

Also, in many species of birds,

Niet veel ruimte.

Not a lot of room.

...win je veel.

you win a lot.

Niet veel later...

Not that long in the future,

Hij schreeuwt veel.

He is screaming a lot.

- Veel succes!
- Succes!

- Break a leg.
- Break a leg!

Te veel geld?

Too much money?

Reist u veel?

- Do you travel a lot?
- Do you travel much?

Ik nies veel.

I sneeze a lot.

Ik volleybal veel.

I play volleyball a lot.

Eet veel groente.

Eat a lot of vegetables.

Hij praat veel.

He talks a lot.

Hij leest veel.

- He reads a great deal.
- He reads a good deal.

Hij weet veel.

- He knows lots.
- He knows a lot.

Meg praat veel.

Meg talks a lot.

Veel vissen stierven.

Many fish died.

Dat verklaart veel.

It explains a lot.

Hij eet veel.

He eats a lot.

We dronken veel.

We drank a lot.

Zij sprak veel.

She talked a lot.

Ik leer veel.

I'm learning a lot.

Tom drinkt veel.

- Tom drinks a lot.
- Tom drinks like a fish.

Zij praatte veel.

She talked a lot.