Translation of "تقوله" in Dutch

0.005 sec.

Examples of using "تقوله" in a sentence and their dutch translations:

- ماذا تقول؟
- ما الذي تقوله؟

- Wat zegt u?
- Wat zeg je?
- Wat zeggen jullie?

أعتقد أن ما تقوله صحيح.

Ik geloof dat wat je gezegd hebt, waar is.

وأدركت أنني فهمت ما كانت تقوله،

en ik besefte dat ik begreep wat ze zei

- ما قلته صحيح.
- ما تقوله صحيح.

Wat je zegt is waar.

من الممكن أن يكون ما تقوله صحيح.

Misschien heeft hij gelijk.

ما تقوله ليس له أيُ معنىً لي.

Wat je zegt is onzin volgens mij.

أي شيء تقوله يمكن أن يستعمل و سيستعمل ضدك.

Alles wat je zegt kan en zal tegen je gebruikt worden.

- هل لديك ما تقوله بخصوص هذا الأمر؟
- أعندك أي شيء تريد قوله بخصوص هذا الموضوع؟

Heb je hierover iets te zeggen?