Translation of "ليس" in Dutch

- ليس موجوداً.
- ليس متاحاً.

Hij is niet beschikbaar.

- ليس مهماً.
- ليس هذا مهماً.

- Dat geeft niets.
- Het is niet belangrijk.

- ليس لديه صديقة.
- ليس عنده حبيبة.

Hij heeft geen vriendin.

- الأمل ليس خطةً.
- الأمل ليس استراتيجية.

Hoop is geen strategie.

- إن ذلك ليس مهماً.
- هذا ليس مهماً.
- ليس ذلك بالشيء المهم.

Dat is niet belangrijk.

ليس سيئاً.

- Lang niet gek gedaan.
- Niet slecht.

ليس غبياً.

Hij is niet dom.

ليس هنا!

Niet hier.

ليس ذنبي.

Het is niet mijn schuld!

ليس بالضرورة.

Dat hoeft niet.

ليس بعيداً.

Het is niet zo ver.

ليس مهماً.

- Dat is niet belangrijk.
- Dat geeft niets.

ليس تماما . على الأقل ليس بالنسبة لي.

Niet echt. Althans, niet voor mij.

- إنه ليس ما تعتقد!
- إنها ليس ما تعتقد.

Het is niet wat je denkt.

هذا ليس عدلاً.

Het is zo gemeen.

ليس صعب الفهم.

Het is eenvoudig te begrijpen.

التقليد ليس مغرياً.

Imitatie is niet het grootste compliment.

هذا ليس عادلاً.

Het is niet eerlijk.

ليس لدينا بطاطا.

Wij hebben geen aardappelen.

‫ليس سهلاً دائماً.‬

Niet altijd eenvoudig.

‫ولكن ليس اليوم.‬

Te vaak eindigt het verhaal hier.

ليس فقط لأبنائنا

niet alleen voorouders van onze eigen kinderen

حسنا. ليس بالضبط.

Nou, niet echt.

‫الإذعان ليس كافيًا.‬

Onderwerping is niet genoeg.

‫لكن ليس كلها.‬

Maar niet allemaal.

‫لكن ليس الليلة.‬

Maar vanavond niet.

لكنها ليس ثابتة.

Het is niet statisch.

ليس على مكتبي.

Zet het niet op mijn schrijftafel.

ليس لديه صديقة.

Hij heeft geen vriendin.

ليس لدينا سكر.

We hebben geen suiker.

اليوم ليس بارداً.

Het is niet koud vandaag.

هو ليس طبيبا.

Hij is geen dokter.

ليس لديك حمى.

Je hebt geen koorts.

ليس لديّ إخوة.

- Ik heb geen broer.
- Ik heb geen enkele broer.
- Ik heb geen broers.

ليس لدي نقود

Ik heb geen geld.

ليس لدينا حديقة.

Wij hebben geen tuin.

لا ليس حقا.

Neen, niet echt.

ليس لديَ مال.

Ik heb geen geld.

ليس لدي مال.

Ik heb geen geld.

الحب ليس مهمّا.

Liefde is niet belangrijk.

توم ليس ملاكاً

Tom is geen engel.

جاك ليس موجوداً.

Jack is niet hier.

لا ليس معي.

Nee, ik heb het niet bij me.

ليس عليك الذهاب.

Je hoeft niet te gaan.

ليس عندي وقت.

Ik heb geen tijd.

ليس معي نقود

- Ik heb geen geld bij.
- Ik heb geen geld bij me.

توم ليس هنا

Tom is niet hier.

الإسلام ليس صعبا.

Islam is niet moeilijk.

ليس هناك حل.

Er is geen oplossing.

هذا ليس إنصافا.

Dat is niet eerlijk.

ليس لدينا ماء.

We hebben geen water.

توم ليس اشتراكي.

Tom is geen socialist.

توم ليس مترجم.

Tom is geen vertaler.

- ما لي أخ.
- ليس لي أخ.
- ليس لي شقيق.

Ik heb geen broer.

- ليس لدي وقت.
- ليس عندي وقت.
- ما عندي وقت.

Ik heb geen tijd.

- ليس عندي وظيفة اليوم.
- ليس عندي وظيفة مدرسية اليوم.

- Ik heb vandaag geen huiswerk.
- Vandaag heb ik geen huiswerk.

- لا يمكنني.
- لا أستطيع.
- ذلك ليس بإمكاني.
- ليس ذلك باستطاعتي.
- لا أقدر.
- ليس ذلك بمقدوري.

- Ik kan het niet.
- Ik kan niet.

ولكن ليس ذلك فحسب،

En bovendien,

الجواب هو: ليس بالضرورة.

Het antwoord luidt 'niet per se'.

‫ليس حلولًا تنجح بالصدفة،‬

geen ‘ooit gaat het wel eens lukken’-oplossingen,

ليس لدي أي سلطة."

Ik heb geen macht."

ليس هذا من الحكمة

Dit is onverstandig.

لا، ليس على الإطلاق.

Nee, helemaal niet.

هو ليس مجرد بلاستيك.

Het is niet alleen plastic.

ليس من عمل الناس،

Niet eens aan het werk van anderen...

‫ولكن ليس هذا الرجل.‬

Maar deze man niet.

لكن بودفار ليس هناك!

Maar Bödvar is er niet!

ليس لديك أي حُمّى.

Je hebt geen koorts.

هو ليس مهتما بالسياسة.

Hij is niet geïnteresseerd in politiek.

إنه ليس ولداً سيئاً.

Hij is geen slechte kerel.

لماذا توم ليس هنا؟

Waarom is Tom hier niet?

ليس عندنا إلا الشاي.

We hebben alleen maar thee.

هذا السؤال ليس سهلاً.

Deze vraag is niet makkelijk.

يوتيوب ليس موقعًا جيدا.

YouTube is geen goede website.

ليس أنا ، بل أنت!

Nee, ik ben het niet, jij bent het!

ليس سبب من الخوف.

Er is geen reden om bang te zijn.

ليس ذلك من شأنك.

- Dat zijn jouw zaken niet.
- Dit heeft met jou niets te maken.
- Dat gaat je niets aan.

ليس هناك ما ينقص.

- Er ontbreekt niets.
- Er mist niets.

ليس كل مصباح سحريا.

- Niet elke lamp is een toverlamp.
- Niet elke lamp is magisch.

توم ليس سعيداً جداً

Tom is niet erg gelukkig.

الماء ليس صالحاً للشرب.

Het water is niet drinkbaar.

المدخَلُ ليس من هنا.

Dit is niet de ingang.

الجبن ليس سهل الهضم.

Kaas is niet licht verteerbaar.

ليس كلّ المسلمين عرب.

Niet alle moslims zijn Arabieren.

هذا الحذاء ليس بمقاسي.

Deze schoenen passen niet.

ليس معي العنوان الآن.

Ik heb nu het adres niet.