Examples of using "Gitmesi" in a sentence and their dutch translations:
Maria moet gaan winkelen.
Ze moeten allemaal weg.
- Ik denk dat Tom weg moet.
- Ik vind dat Tom weg moet.
- Tom hoefde niet naar school.
- Tom hoefde niet naar school te gaan.
Moet hij meteen weg?
Tom weet niet of hij naar het feest moet gaan of niet.
Ik gaf de auto het sein om langzamer te rijden.
Ik denk dat ik Tom ervan kan overtuigen om te gaan.
Ik bid ervoor dat je veel geluk zult hebben.
De leraar stond toe dat hij naar huis ging.
Hoelang doet de vliegveldbus erover naar het vliegveld?
Tom moet naar het ziekenhuis.
- Volgens mij zal Tom waarschijnlijk in de nabije toekomst naar Boston gaan.
- Ik denk dat Tom binnenkort naar Boston zal gaan.
Tom probeerde Mary over te halen om te gaan.
Tom moest naar huis.
Als je Tom ziet, zeg dan dat hij naar huis moet.
Tom haalde haar over om met hem naar de film te gaan.
Ze liet hem toe alleen te gaan.