Examples of using "Gençsin" in a sentence and their dutch translations:
Jullie zijn nog jong.
- Je bent jong.
- U bent jong.
- Jullie zijn jong.
Je bent te jong om te sterven, mijn vriend.
Jij bent twee jaar jonger dan Tom.
Jij bent jong. Ik daarentegen, ben heel oud.
U bent te jong om helemaal alleen te reizen.
Je bent te jong om een rijbewijs te krijgen, toch?
Je bent te jong om alcohol te drinken.
- Je bent te jong om alleen te reizen.
- Jullie zijn te jong om alleen te reizen.
- U bent te jong om alleen te reizen.