Examples of using "Tom'dan" in a sentence and their dutch translations:
Ik vind Tom niet leuk.
Ik ben niet bang van Tom.
- Ik ga Tom dumpen.
- Ik zorg ervoor dat Tom verdwijnt.
Ik verstop me voor Tom.
- Stuur Tom weg.
- Zorg dat je van Tom afkomt.
- Poeier Tom af.
Je zou Tom leuk vinden.
Ben je bang voor Tom?
Ze zijn bang voor Tom.
Ik krijg advies van Tom.
- Ik heb genoeg gehad van Tom.
- Ik heb van Tom wel genoeg gehad.
Ik haat Tom niet.
Pak dat niet van Tom af.
Jij bent ouder dan Tom.
- Dit geschenk komt van Tom.
- Dit cadeau komt van Tom.
Hoe kan je Tom nou niet aardig vinden?
Ik ben anders dan Tom.
Ik vond Tom heel leuk.
- U moet uw excuses aanbieden aan Tom.
- Jullie moeten zich verontschuldigen bij Tom.
- Je moet je excuses aanbieden aan Tom.
Iedereen haat Tom.
Vraag Tom zijn gitaar mee te nemen.
Ik vroeg Tom om de deur dicht te doen.
Ben ik zo anders dan Tom?
We haatten allemaal Tom.
Zij is ouder dan Tom.
Ik vroeg Tom niet hiernaartoe te komen.
Ik heb veel van Tom geleerd.
Iedereen behalve Tom glimlachte.
Ken is kleiner dan Tom.
Ik neem het aan dat je van Tom niets meer gehoord hebt.
Vraag Tom de borden op te ruimen.
Je bent bang voor Tom, hè?
Ik haat Tom nu.
Zij haatten Tom.
Waarom vraag je Tom niet om hulp?
Ik haat Tom.
Ik heb Tom gevraagd om gitaar te spelen.
Hij is kleiner dan Tom.
Ik heb iets van Tom gestolen.
Heb je Tom om hulp gevraagd?
Ik weeg veel meer dan Tom.
Ze is veel jonger dan Tom.
Vraag Tom om morgen Mary mee te nemen.
Vraag alsjeblieft aan Tom om niet te schreeuwen.
Mary heeft een telegram ontvangen van Tom.
Bent u langer dan Tom?
Ik heb meer geld dan Tom.
Ik ben veel jonger dan Tom.
Ik ontwijk Tom van nu af aan.
Wij houden meer van Bob dan van Tom.
Ik heb meer geld dan Tom.
- Vraag Tom om het uit te leggen.
- Vraag maar aan Tom om het uit te leggen.
Jij bent twee jaar jonger dan Tom.
Ik heb Tom gevraagd even te wachten.
- Dit was een kerstcadeau van Tom.
- Dit was een kerstcadeautje van Tom.
Vraag Tom te wachten tot ik er ben.
Ik wil dat Tom verliest.
Naast Tom kende ik daar niemand.
- Ik vroeg Tom om me te helpen.
- Ik vroeg Tom me te helpen.
Iedereen heeft me gezegd bij Tom vandaan te blijven.
Wie is er beter geschikt voor dat werk dan Tom?
Ik veronderstel dat jullie beter zijn dan Tom.
Maria vroeg Tom om een sinaasappel te pellen.
We zouden Tom moeten vragen om voor ons te komen werken.
Je bent wat kleiner dan Tom, is het niet?
- Ik heb het uitgemaakt met Tom.
- Het is uit met Tom.
- Tom en ik zijn uit elkaar.
- Ik maakte het uit met Tom.
Ik heb goede redenen om Tom te haten.
Ik kreeg een bericht van Tom.
Ik denk dat je Tom zou moeten vragen dat te doen.
Vraag Tom me te bellen. Hij heeft mijn nummer.
- Heb je dit jaar een kerstcadeau van Tom gekregen?
- Hebt u dit jaar een kerstcadeau van Tom gekregen?
- Hebben jullie dit jaar een kerstcadeau van Tom gekregen?
Ik heb een cadeaubon van 300 dollar ontvangen van Tom voor Kerstmis.
Ik weet zelf ook niet waarom ik Tom zo leuk vind.