Examples of using "Arkadaşım" in a sentence and their dutch translations:
was mijn vriendin Melissa.
Hallo, mijn vriend!
Ik heb veel vrienden.
Ik heb niet veel vrienden.
Bob is mijn vriend.
Mijn lieve vriend!
Hij is mijn vriend.
- Dit is mijn vriend.
- Dat is mijn vriendin.
Mijn vriend ging naar Canada.
- Mijn vriend zal onze gids zijn.
- Mijn vriendin zal onze gids zijn.
Ik heb geen vrienden.
Mijn vriendin was aan het huilen.
Mijn vriendin is aan het huilen.
Mijn vriendin tennist niet.
Mijn vriend gebruikt geen suiker.
Mijn vriend leert Koreaans.
Ik heb een vriend.
Mijn vriend verloor zijn moeder.
Mijn vriend was aan het huilen.
Mijn vriendin is Canadees.
Mijn vriendin komt uit Boston.
Mijn vriendin is Chinees.
Mijn vriend is een journalist.
Gin is mijn vriend niet.
- Ik heb een paar vrienden in de VS.
- Ik heb een paar vrienden in de Verenigde Staten.
- Je bent mijn vriend niet meer.
- U bent mijn vriendin niet meer.
- U bent mijn vriend niet meer.
Tom is mijn vriend niet meer.
Denk aan mijn vriend Aart.
Ik heb een vriend in Engeland.
- Ik heb een paar vrienden in de VS.
- Ik heb een paar vrienden in de Verenigde Staten.
- Mijn hartsvriendin vertrok naar Canada.
- Mijn hartsvriendin is naar Canada gegaan.
Ik ben gelukkig met mijn vriendin.
Laurie is mijn vriendin.
Zij is niet mijn vriendin.
Mijn vriend heeft me geholpen.
Ik heb een vriendin.
Ik wil dat je weer mijn vriendin wordt.
Ik heb veel vrienden.
Hij is mijn klasgenoot.
Hij is een oude vriend van mij.
- Dat is mijn Japanse vriend.
- Dat is mijn Japanse vriendin.
Dit is een vriend van mij.
Ze is een vriend van mij.
Ze is mijn vriendin.
Mijn kamergenoot studeert Chinees.
Mijn vriend is stom.
Mijn kamergenoot is gek.
Mijn vriend wil in Azerbeidzjan wonen.
Mijn vriendin is een actrice.
Maria is mijn vriendin.
Dit is Tom, mijn collega.
Dit is mijn vriendin.
Tom is niet mijn vriend.
Ik heb een vriend.
Dit cadeau is voor mijn vriendin.
Mijn vriend houdt van chocolade-ijs.
- Ge zijt mijn vriend niet meer.
- Je bent mijn vriend niet meer.
- U bent mijn vriend niet meer.
Mijn vriend woont in dit huis.
- Ik heb veel vrienden in Boston.
- Ik heb een hoop vrienden in Boston.
Ik heb geen vrienden in Australië.
Ik heb vrienden in veel landen.
Ik heb veel vrienden in Duitsland.
Ik heb een paar vrienden in Cairo.
Mijn eerste vriendin was Canadees.
- Ik heb veel vrienden in Boston.
- Ik heb een hoop vrienden in Boston.
Ik heb nog een vriend in China.
Mijn vriend kocht een gele auto.
Ik heb een vriend die bij de NASA werkt.
vanuit het niets, vroeg ze of ik een vriend had.
Wel, laat me je voorstellen aan mijn vriendin Cayla.
Het is voor één van mijn vrienden.
Hij is mijn beste vriend.
- Ik heb veel vrienden waarmee ik kan praten.
- Ik heb veel vrienden met wie ik kan praten.
Mijn vriend George komt naar Japan in het voorjaar.
Ik heb een vriend die in Nara woont.
Ik heb hier een heleboel vrienden.
Ik heb een vriend die in Kioto woont.
Je bent te jong om te sterven, mijn vriend.
Ik heb een vriend die in Duitsland woont.
Tatoeba is niet mijn vriendin.
- Het is mijn vriendje niet!
- Hij is niet mijn vriend.
- Ik heb veel vrienden in Boston.
- Ik heb een hoop vrienden in Boston.