Examples of using "Yaşlıyım" in a sentence and their dutch translations:
Ik ben oud.
Ik ben te oud.
Ik ben al oud.
Ik ben te oud voor Tom.
Ik ben even oud als hij.
Ik ben ouder dan jij.
Ik ben ouder dan jij.
maar ik kan je zeggen dat ik veel ouder ben dan ik lijk.
- Ik ben ouder dan uw broer.
- Ik ben ouder dan je broer.
Ik ben tweemaal zo oud als jij.
Jij bent jong. Ik daarentegen, ben heel oud.
Ik ben ouder dan jij.
Ik ben ouder dan je broer.