Translation of "¿sigues" in Dutch

0.004 sec.

Examples of using "¿sigues" in a sentence and their dutch translations:

¿Me sigues?

Volg je me?

¿Sigues molesta?

Ben je nog steeds boos?

¿Sigues ahí?

Ben je er nog steeds?

Hola, ¿sigues ahí?

- Hallo, ben je er nog?
- Hallo? Bent u er nog?

¿Sigues jugando al hockey?

Hockey je nog?

¿Aún sigues enojada conmigo?

Ben je nog steeds boos op me?

- ¿Estás ocupado todavía?
- ¿Sigues ocupado?

- Ben je nog bezig?
- Heb je het nog steeds druk?

- Tú sigues sin mí.
- Sigue sin mí.

- Ga maar zonder mij.
- Ga verder zonder mij.

Sigues siendo el mismo que siempre has sido.

Je bent nog net hetzelfde zoals je altijd was.

Si me sigues, te mostraré el camino al hospital.

Als je me volgt, zal ik je de weg naar het ziekenhuis tonen.

Si sigues quejándote, me voy a enojar de verdad.

Als je zo doorgaat met klagen, word ik echt zenuwachtig.

¿Sigues despierto? Mañana tienes que levantarte temprano otra vez, ¿no?

- Ben je nog steeds wakker? Je moet morgen toch weer vroeg op?
- Ben je nog steeds wakker? Morgen moet je toch ook al vroeg uit bed?

No le has pedido pero sigues las reglas que ellos mandan.

Maar je volgt hun regels. -Nee.

- ¿Hola? ¿Todavía estás ahí?
- Hola, ¿sigues ahí?
- ¿Hola? ¿Todavía estás aquí?

Hallo? Ben je er nog?

- ¿Aún sigues enojada conmigo?
- ¿Aún siguen enojadas conmigo?
- ¿Todavía estás enojado conmigo?

Ben je nog steeds boos op me?